Meer bedrijven kunnen vanaf volgend voorjaar gebruik maken van subsidie voor CO2-besparende technieken. Door een vernieuwing van de regeling Stimulering Duurzame Energietransitie (SDE++) komen ook andere technieken in aanmerking voor subsidie dan alleen de productie van hernieuwbare energie. Dat heeft de ministerraad besloten op voorstel van minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat. Welke technieken precies geschikt zijn, wordt nog in kaart gebracht. Het gaat dan om nieuwe technieken als warmtepompen of de productie van groene waterstof en het afvangen en opslaan van CO2 (CCS). De verbreding van de regeling volgt uit het Regeerakkoord en moet een bijdrage leveren aan de reductie van de CO2-emissie in 2030.
De SDE++ is een uitbreiding van de SDE+. Net als bij de eerdere SDE+ zal subsidie eerst toegekend worden aan de technologieën die het goedkoopste CO2-uitstoot kunnen verminderen. Zo wordt de meeste CO2-reductie per euro subsidie behaald. Dit past in het kabinetsbeleid om de klimaatdoelen zo kostenefficiënt als mogelijk te halen.
Bedrijven uit alle sectoren komen in aanmerking voor subsidie om hun klimaatambities te halen. Om te waarborgen dat alle technieken aan bod kunnen komen, overweegt het kabinet om grenzen (‘plafonds’) te stellen aan de maximale subsidie die naar een bepaalde techniek of sector gaat. Dit wordt nog uitgewerkt.
Mogelijke technieken
Het Planbureau van de Leefomgeving (PBL) rekent de komende maanden een aantal technieken door om in te kunnen schatten hoeveel subsidie per techniek nodig is om CO2 te besparen. Naast zon, wind, biomassa, geothermie en waterkracht onderzoekt het PBL onder andere ook aquathermie, composteringswarmte, de benutting van restwarmte, warmtepompen, elektrische boilers, groene waterstofproductie en CCS. In het najaar van 2019 zal het kabinet bekendmaken welke technieken geschikt zijn om opgenomen te worden in de SDE++.