Om de klimaatdoelstellingen te halen zijn meer ondernemingen nodig met een hoog duurzaamheidsgehalte, waar kapitaal renderend en met impact kan worden belegd, vindt Philippe Kiewiet de Jonge.
Onze taal kent de laatste jaren veel nieuwe woorden zoals ‘laadpaal’, ‘energietransitie’, en een hele waslijst van nieuwe woorden waarin ‘klimaat’ voorkomt, zoals ‘klimaattafel’, ‘klimaatvluchteling’, ‘klimaatstaking’. Van Dale meldt dat in de aanloop naar het Nederlandse klimaatakkoord in 2018 het aantal samenstellingen met “klimaat” verder gegroeid is naar zo’n 200 stuks!
Het is duidelijk dat we heel druk met klimaat bezig zijn in onze taal. Maar vertaalt deze linguïstische bedrijvigheid, deze woorden, zich ook in daden?
Helaas moeten we constateren dat we qua daadkracht ernstig tekort schieten. En het heeft er veel van weg dat de vernieuwing van ons vocabulaire vooral laat zien dat we proberen het klimaatprobleem in al zijn facetten te benoemen, dan dat we bezig zijn met het implementeren van oplossingen.
Want we hebben recentelijk allemaal weer kunnen horen dat we in Nederland en wereldwijd veel en veel te weinig doen om in de buurt te komen van de doelstellingen van klimaatakkoord van Parijs 2015.(1)
Zo was er in November de jaarlijkse ‘Emissions Gap Report’ van de Verenigde Naties, dat beschrijft hoe groot het gat is tussen feitelijke uitstoot van broeikasgassen en de uitstoot die in lijn zou zijn met de Klimaatdoelstellingen van Parijs. En dit gat wordt alleen maar groter.(2) Het jaar 2018 vestigde opnieuw een record in uitstoot van broeikasgassen.
De International Energy Agency (IEA) publiceerde ook in November haar jaarlijkse World Energy Outlook 2019, en ook hier gaan opnieuw de alarmbellen aan. Want voortzetting van huidig beleid en zelfs de invoering van alle wereldwijd aangekondigde maatregelen om opwarming van de aarde te beperken zijn verre van voldoende om deze opwarming binnen de grenzen van Parijs te brengen.
Dit werd nog eens onderstreept op de ‘COP25’ conferentie begin December 2019 in Madrid. Als laatste noemen we nog het recente rapport (3) van de International Renewable Energy Agency (IRENA), waarin o.a. gesteld wordt dat de introductie van hernieuwbare energie zes keer zo snel moet gaan als in huidige plannen is aangekondigd om gestelde klimaatdoelen te halen.
Net zo hard als het aantal woorden waarin klimaat voorkomt groeit, zo hard groeit ook het aantal studies dat waarschuwt voor klimaatproblemen.
En toch werken we overal hard aan oplossingen. We weten welke maatregelen we moeten nemen. Maatregelen die bovendien nu beschikbaar zijn. Zo moeten we zo snel mogelijk het gebruik van fossiele brandstoffen terugdringen. We kunnen verstandiger en efficiënter omgaan met energie (denk aan woningisolatie, energiezuinige verlichting, de trein i.p.v. de auto). Daarnaast moeten we snel overschakelen op hernieuwbare energie ter vervanging van fossiele brandstoffen (wind-, zonne-energie).
Al deze maatregelen zijn dringend nodig als we bedenken dat in de komende decennia onze energiebehoeften alleen maar toe zullen nemen. De IEA, in de reeds aangehaalde studie, voorspelt dat de wereldwijde vraag naar energie met een kwart zal toenemen tussen 2018 en 2040. (4) Bovendien zal er een enorme verschuiving plaatsvinden van fossiele bronnen naar hernieuwbare bronnen.
Deze hernieuwbare bronnen (zoals wind en zonne-energie) zullen bijdragen aan toenemend gebruik van elektriciteit. De vraag naar elektriciteit zal tot 2040 in de verwachting van de IEA twee maal zo hard groeien als de totale energiebehoefte – zo’n 2 procent per jaar. De bijdrage van hernieuwbare, schone energie aan elektriciteitsvoorziening zal volgens de IEA nog harder groeien – zo’n 8 procent per jaar van 2018 tot 2040.
Als we naar Nederland kijken dan is een snelle omschakeling naar schone, hernieuwbare energie helemaal van groot belang, omdat we al jaren onderaan de Europese lijst staan qua percentage schone energie (6,6 procent in 2017) en we zijn van alle Europese landen het verst verwijderd van onze doelstelling: 14 procent in 2020. Dit staat wel in schril contrast met de verrijking van ons vocabulaire…
Een van de belangrijkste bedrijven die ervoor gaan zorgen dat schone energie deze bijdrage op wereldschaal ook werkelijk gaan leveren is Vestas, wereldleider in het maken van windturbines. Vestas neemt de hele keten voor haar rekening van ontwerp, productie, installatie en onderhoud van windturbines. Het bedrijf heeft sinds oprichting in 1972 inmiddels zo’n 70 duizend turbines geïnstalleerd met een gecombineerd vermogen van ongeveer 110GW. Deze turbines zijn in staat om per jaar meer dan 250 miljoen MWh aan schone elektriciteit op te wekken.
Dit is genoeg om meer dan 60 miljoen huishoudens in Europa van elektriciteit te voorzien.(5) De reeds geïnstalleerde turbines van Vestas hebben al zo’n 160 miljoen ton aan CO2 uitstoot vermeden. Bovendien schat het bedrijf dat de turbines die het in 2018 heeft neergezet ongeveer 275 miljoen ton aan CO2 uitstoot zullen besparen in de komende 20 jaar.
Vestas is voor PGGM een voorbeeld van een onderneming die financieel uitstekend rendeert (tien procent per jaar sinds we er eind 2015 een belang in namen) maar ook een positieve impact maakt op de wereld. Het is onderdeel van een geconcentreerde impactportefeuille voor PFZW die volledig focust op het combineren van duurzaamheid en rendement.
Voor het halen van de eerder genoemde klimaatdoelstellingen is het nodig dat een veel groter deel van de wereldwijde bedrijfsactiviteit verduurzaamt. Er zijn nu eenvoudigweg nog onvoldoende ondernemingen met een hoge duurzaamheidsgraad zoals Vestas. De schaal waarop beursgenoteerde impactbeleggingen kunnen worden gedaan is dus nog te klein om impactportefeuilles van lange termijnbeleggers zoals pensioenfondsen te bouwen die betekenisvol bijdragen aan de financiering van de klimaatdoelen. De druk op ondernemingen om met oplossingen te komen, neemt nu echter snel toe. Dat zal beleggers kansen bieden.
1. De belangrijkste doelstelling uit dat klimaatakkoord is het beperken van de opwarming van de aarde tot 1.5 graden Celsius t.o.v. pre-industrieel niveau.
2. “The summary findings are bleak. Countries collectively failed to stop the growth in global GHG emissions, meaning that deeper and faster cuts are now required.” (Emissions Gap Report, Executive Summary, p.3). De afgelopen 10 jaar zijn wereldwijde emissies gestegen met gemiddeld 1.5% per jaar. Om de doelstelling van Parijs te halen moeten emissies de komende 10 jaar met gemiddeld 7.6% per jaar afnemen.
3. IRENA, Energy Transformation, A Roadmap To 2050.
4. Deze toename valt onder het “Stated Policies Scenario”, oftewel onder huidig beleid inclusief alle reeds aangekondigde plannen.
5. Hierbij baseren we ons op een gemiddeld jaarverbruik van 4400kWh voor huishoudens in Europa (EU28+2).
Philippe Kiewiet de Jonge, Senior Investment Manager PGGM
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van PGGM