“Europese ontwikkelingsbank geeft voorrang aan private equity” zo kopte het Financieel Dagblad deze week. Niet de veelgeroemde microkredieten, maar leningen aan middelgrote bedrijven en investeringen door private-equityhuizen helpen ontwikkelingslanden het meest vooruit. Dat concluderen onderzoekers van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD), zo bleek afgelopen woensdag uit een publicatie van economenblad ESB. Wie niet stilstaat bij de kop alleen, maar het hele artikel leest, ontdekt dat een en ander toch een stuk genuanceerder ligt.
De EBRD pleit niet voor het afschaffen van microkrediet. Het kan helpen om specifieke klantsegmenten, zoals vrouwen, toegang te verschaffen tot het financiële systeem, of om schokken op te vangen in bepaalde agrarische gebieden met grote risico’s op misoogsten.
Laat dit nu juist de focus zijn van Oikocredit: het faciliteren van mensen die doorgaans geen toegang hebben tot financiële dienstverlening, zoals vrouwen en mensen die in rurale gebieden wonen. Maar een en ander staat en valt bij een goede due diligence. Zowel van de microfinancieringsinstelling (MFI) die wij financieren als de klant van deze instelling die het microkrediet ontvangt.
Om dit van nabij te ervaren, mocht ik een paar maanden geleden meelopen met twee due diligence onderzoeken in Oeganda.
Lokale presentie
Oikocredit gelooft in lokale presentie. Om goed te bepalen of een partnerorganisatie bij ons hoort, moeten we dicht op de lokale markt zitten. Vanuit ons kantoor in Nairobi – een van de 14 kantoren die we hebben in Latijns Amerika, Afrika en Azië – bedienen we daarom de markt in Kenia, Oeganda, Malawi en Rwanda.
Intern onderzoek
Een van de organisaties die we hebben onderzocht in Oeganda was een microfinancieringsinstelling. De organisatie groeit flink en heeft veel ambitie om uit te breiden. Men richt zich met name op mensen met een laag inkomen en ziet dat er veel behoefte is aan hun dienstverlening. Naast het verstrekken van microkredieten voor mensen die een onderneming willen starten, richt de MFI zich ook op het financieren van MKB-bedrijven, kleine hypotheken en verzekeringen. Om hun groeiambities waar te maken, hebben ze Oikocredit wederom gevraagd om financiering.
Hoewel wij deze partij kenden uit het verleden werd de due diligence wederom zeer grondig aangepakt. De eerste dag was een hele dag op het hoofdkantoor van de organisatie. Er werden kritische vragen gesteld aan het gehele senior management: de CEO, de financieel directeur, het hoofd HR, het hoofd IT, het hoofd juridische zaken, het hoofd audit, het hoofd compliance en het hoofd operations. Kortom, alle relevante aspecten die horen bij een professionele financiële instelling – wat een MFI moet zijn – passeerden de revue.
Veldwerk
De tweede dag bestond uit ‘veldwerk’. Oikocredit neemt geen genoegen met alleen maar interviews met hoofden van afdelingen, maar wil ook zelf onderzoeken wat er ‘in het veld’ gebeurt. We bezochten daarom de tweede dag een paar vestigingen. We bekeken daar het proces hoe mensen een lening krijgen. Daarbij komen vragen aan de orde als: hoe onderzoek je of iemand kredietwaardig is, hoe check je of iemand niet te veel andere schulden heeft, hoe ga je met klanten om als iemand niet op tijd rente en aflossing betaalt, hoe zien de contracten eruit, hoe hoog is de rente.
We spraken ook met eindklanten. Zoals met een bakker, een toevallige klant in een vestiging, die met behulp van deze MFI zijn zaak kon opbouwen en nu een tweede vestiging heeft. En met een leenkring van vrouwen: 12 vrouwen die kleine leningen hebben van ongeveer $ 130 per persoon en daarmee kleine bedrijfjes kunnen runnen. Ook Anna, een ongehuwde moeder met drie kinderen die een winkeltje runt, vertelde ons haar ervaringen. Dat de MFI haar vorig jaar een krediet had geweigerd, bijvoorbeeld. Ze kreeg te horen dat ze eerst haar oude schulden moest aflossen voor ze weer aan een nieuwe kon beginnen. Toen niet leuk, achteraf heel wijs, vond ze.
Vervolg
Het onderzoek is nu afgerond, maar daarmee is het nog niet klaar. Mijn beide collega’s werken hun ervaringen uit in een kredietvoorstel. Vervolgens gaat het naar het internationale kantoor van Oikocredit, dat gevestigd is in Amersfoort. Een kredietanalist bekijkt de zaak nog eens goed vanuit met name het risicoperspectief en schrijft ook haar of zijn bevindingen op. Beide stukken – het kredietvoorstel en de analyse van de kredietanalist – worden dan besproken in de kredietcommissie. Die bepaalt uiteindelijk of we een partner financieren en onder elke voorwaarden. Als de partner daaraan voldoet en ons aanbod is in lijn met de verwachtingen, kunnen we van start. We blijven echter de vinger aan de pols houden door de zogeheten monitoring visits die minstens één keer per jaar plaatsvinden. Daarin checken we opnieuw of een klant nog steeds bij ons past.
En zo snijdt het mes aan twee kanten: microfinanciering werkt alleen als er een strenge selectie vooraf plaatsvindt van de partner die wij financieren en de eindklant die het microkrediet ontvangt, én de strenge selectie zorgt ervoor dat het geld van de belegger verantwoord geïnvesteerd blijft.
Margreet Fros, Manager Marketing & Communicatie Oikocredit