Klimaatverandering is voor velen een ver-van-m’n-bedshow. De aanpak van grootscheepse veranderingen lijkt buiten onszelf te liggen. Maar is dat reëel als we kijken naar de bosbranden in Australië, de temperaturen tot 50 graden afgelopen zomer in India, maar ook in Nederland de opeenvolging van hittegolven en droogte en bijvoorbeeld de Borelia- bacterie die zich door de opwarming steeds sneller verspreidt? Dát er wat moet gebeuren is zonneklaar. Maar hoe breng je dit proces in een stroomversnelling? Hoe verbind je mensen en bedrijven om hierin samen op te trekken? Waar moet het geld vandaan komen? Ligt het antwoord bij de politiek, het bedrijfsleven of de consument?
In dit artikel laten we zien hoe ‘circulair geld’ voor alle vier deze vragen perspectief biedt.
Om met de laatste vraag te beginnen: Het interessante is dat het benodigde geld niet alleen ergens vandaan moet komen, maar ook ergens naar toe gaat. Geld stroomt! Daar zit de kans die we met dit artikel bespreken. Veel gemeenten hebben al besluiten genomen om flink te investeren in de energietransitie en de klimaatdoelen. Bij elkaar gaat het al gauw om miljarden. Dát is dus is waar deels het geld vandaan gaat komen. Ook zullen provinciale en landelijke overheden, huishoudens en bedrijven investeren. Maar aangezien geld stroomt, waar stroomt het naar toe? Vaak zullen het bedrijven zijn waar het geld (in eerste instantie) wordt uitgegeven. Bijvoorbeeld bouwbedrijven die woningen energiezuinig maken. Of bedrijven die windmolenparken aanleggen. Ook zijn er adviesbureaus, consultancybedrijven en ingenieursbureaus bij betrokken als kennisleverancier. Maar als deze bedrijven het ‘klimaatgeld’ gaan verdienen, waar geven zij het vervolgens aan uit? Dat kan uiteraard van alles zijn: inkoop van materialen, personeelskosten, energiekosten, vervoer, accountantskosten, facilitaire kosten etc. En ook daarna wordt het geld opnieuw en opnieuw uitgegeven, bij uiteenlopende bedrijven die mogelijk steeds verder afstaan van het oorspronkelijke duurzame doel van het geld. Als we op deze manier nadenken over waar ‘jouw’ geïnvesteerde bedrag naar toe gaat, komt de logische vraag op of degenen die het gaan ontvangen (in de keten) er wellicht dingen mee gaan doen die de klimaatdoelen juist tegenwerken. Het zou toch heel vervelend zijn als ‘jouw’ geld, waarmee woningen energiezuinig gemaakt zijn, enkele transacties later wordt gebruikt door iemand die er een extra vliegreisje mee boekt? Of dat het belegd wordt in olie? Veel liever zou je willen dat je geld in de keten steeds bij bedrijven komt die het aanwenden voor hún bijdrage aan een duurzame toekomst. Bijvoorbeeld door over te stappen op groene energie of duurzame mobiliteit. Kort gezegd: je zou het geld graag duurzaam willen ‘labelen’. Dat genereert tevens aantrekkingskracht op andere bedrijven, omdat zij zien dat het interessant, slim en gunstig is om als bedrijf een actieve rol te nemen in de transitie. Zo groeit dag na dag het maatschappelijk draagvlak voor de klimaatmaatregelen. We hoeven ons als individueel bedrijf niet langer af te vragen of je wel het verschil kunt maken, want we ervaren dat we samen tot heel veel in staat zijn.
Nadenken over ‘circulair geld’ houdt in dat je je ervan bewust bent dat geld niet ‘weg’ is als je het hebt uitgegeven, maar dat het blijft stromen. Daarin zit een enorme kracht. Met de potentie om tegelijk aanjager en verbinder te zijn. Als je bijvoorbeeld als overheid veel geld vrijmaakt voor het bijdragen aan de klimaatdoelen, dan wil je toch dat dit geld langdurig (dus vele uitgaven erna) steeds opnieuw ten gunste van de transitie wordt aangewend? Anders gezegd: je wilt dat de accountant van de windmolenleverancier het gebruikt om elektrisch te rijden en dat het bouwbedrijf er duurzame kantoorbenodigdheden mee inkoopt, waarna de leverancier dáárvan er bijvoorbeeld groene stroom mee afrekent … en zo verder.
Dit is geen luchtfietserij – de praktijk van circulair geld groeit de laatste jaren hard in Nederland en Europa. Eén van de voorbeelden is de Nederlandse coöperatie United Economy. Inmiddels hebben zo’n honderd bedrijven, met een intrinsieke motivatie voor duurzaamheid, gekozen zich hierbij aan te sluiten. Vanwege precies dezelfde motieven als we hierboven bij overheden veronderstellen: deze bedrijven willen positieve impact genereren met hun koopkracht. Niet eenmalig, namelijk alleen bij hun eigen directe aankoopbeslissing, maar met een langdurig keteneffect. De leden van dit bedrijvennetwerk doen onderling zo veel mogelijk zaken met circulaire euro’s. Dit is een renteloos onderling betaalmiddel dat alleen binnen het netwerk gebruikt wordt. Circulaire euro’s zijn in de boekhouding gewone euro’s, maar ze worden bijgehouden en overgemaakt via een apart betaalplatform waar uitsluitend duurzaam gedreven bedrijven aan deelnemen.
Zo weet bijvoorbeeld schoonmaakbedrijf Augias dat de circulaire euro’s die het betaalt aan De Aanhuurmakelaar, vervolgens ook weer bij een aangesloten duurzaam bedrijf worden uitgegeven, bijvoorbeeld autoleasebedrijf Kyotolease of energieleverancier Greenchoice. Uiteraard verdient Augias zelf ook circulaire euro’s, onder andere door met milieuvriendelijke producten schoon te maken bij Triodos Bank. Een mooi bijkomend effect, en gelijk één van de belangrijke bedrijfsmatige voordelen, is dat het circulaire geld de onderlinge band verstevigt. Het inkopen bij elkaar én het samen bijdragen aan een duurzame wereld, zijn gemeenschappelijke doelen die een band smeden. Met als extra voordelen: meer klantloyaliteit, meer kennisdeling en meer bereidheid elkaar te helpen. Aangezien geld een belangrijk middel is en blijft, is het natuurlijk ook prettig dat het United Economy-netwerk je aan omzet helpt. In 2019 hebben de aangesloten bedrijven gezamenlijk een duurzame omzet behaald van ruim 1 miljoen in circulair geld.
Terugkomend op het onderwerp van dit artikel: hoe kan circulair geld helpen de klimaatdoelen te bereiken? Nou, wat bedrijven kunnen, kunnen overheden ook. Geef als overheid het geld dat je gaat investeren een langdurig positief effect mee. Immers, één goed geplaatste effectbal kan genoeg zijn om de wedstrijd te winnen (honderd losse flodders niet).
Overheden, investeringsmaatschappijen, instanties, zij zijn in de ideale positie om als ‘aangever’ te spelen in een heel mooi ‘klimaatspel’. De regels voor aanbestedingen staan daarbij niet in de weg, want je sluit niemand uit. Het enige wat je doet is voorwaarden opnemen in de aanbesteding, voorwaarden die langdurig blijven gelden in de keten die volgt op jouw leverancier. Met als doel dat iedereen die de missie van de klimaatdoelen ondersteunt, kans mag maken te verdienen aan ‘jouw’ geïnvesteerde geld. Zo buig je de perceptie van de klimaatdoelen als last om naar een positieve beleving: de kans om bij het ‘winnende team’ te horen.
Wellicht vraag je je af waarom dit nog niet vaker wordt toegepast. Er is nog maar heel weinig kennis over één van de belangrijkste drijvers van onze economie: geld. We hebben maatschappelijk gezien een kennisleemte over hoe geld werkt en hoe het anders kan. Het is daarom een groot geschenk dat er bedrijven zijn die inmiddels als pionier het voortouw hebben genomen. Nu deze ‘proof of concept’ er is, willen we breed delen dat circulair geld deze rol kan vervullen. We gaan graag met overheden en instanties in gesprek die zich met passie en lef inzetten voor een duurzame toekomst en inzien dat de transitie vraagt om slimme systeeminterventies.
Als samenleving spelen we een wedstrijd die alleen gewonnen kan worden door een hecht team te zijn. Een team gericht op één gezamenlijk doel: goed zorgen voor onze toekomst. Het verbindende én aanjagende effect van circulair geld is als het clublied dat zorgt voor eensgezindheid, enthousiasme en kracht. Het is belangrijk ons te realiseren dat geld – of het nou circulair of gewoon geld is – nooit een doel op zich kan zijn. Het is en blijft een middel (al lijken we dat soms te zijn vergeten). Maar het middel heeft wel de potentie de spelregels compleet op z’n kop te zetten. Op zo’n manier dat het doel waar het om gaat veel bereikbaarder wordt. Want bedenk: als de spelregels veranderen, verandert het hele spel.
Gerben Nap, co-directeur van bedrijvennetwerk de Utrechtse Euro, bestuurslid van coöperatie Circulair Geld Nederland, en circulair geld-consultant bij de Social Trade Organisation (STRO)
Heidi Leenaarts, initiatiefnemer en directeur van coöperatie United Economy en bestuurslid bij coöperatie Circulair Geld Nederland