Bron
Bouwinvest
‘Samen op weg naar een duurzaam gebouwde omgeving zonder CO2-uitstoot!’. De ambitie die voortvloeit uit het Parijse Klimaatakkoord is mooi maar hoe geven we hier concreet handen en voeten aan? Bouwinvest heeft zich gecommitteerd om met zijn vastgoedportefeuille uiterlijk in 2045 te voldoen aan de klimaatdoelstellingen. Daarbij heeft Bouwinvest zich aangesloten bij de Paris Proof-aanpak van Dutch Green Building Council en verwoordt nu in een Position Paper zijn visie op het waarom van verduurzaming, het wat en vooral: het hoe.
Onder de noemer van het ‘Paris Proof Commitment’ spannen inmiddels 30 Nederlandse marktpartijen zich in om het energieverbruik en daarmee de CO2-uitstoot van gebouwen fors terug te brengen. Deelname aan deze community was een mooie aanleiding om de duurzaamheidsvisie en aanpak van Bouwinvest om Paris Proof te worden te delen. Dat gebeurde in een Position Paper dat nu wordt gepresenteerd. We vragen een toelichting aan Micha Reusen, hoofd duurzaamheid en innovatie bij Bouwinvest, en Bas Jochims, directeur Dutch Office & Hotel Investments.
Duurzaamheid is al langer een zeer belangrijk thema voor Bouwinvest. Jullie voegen daar nu de Paris Proof-commitment aan toe en gebruiken de Paris-Proof aanpak van Dutch Green Building Council. Wat is de meerwaarde hiervan voor Bouwinvest?
Reusen: We zijn begonnen met onze eigen klimaatcommitment. Kijkend naar onze portefeuille, de aandeelhouders en de maatschappelijke bijdrage die we willen leveren, kwamen we op uiterlijk 2045 – vijf jaar eerder dus. Dit sluit aan bij de ambitie van DGBC die klimaatdoelstellingen sneller wil realiseren. Daarnaast is een belangrijk pluspunt van de methodiek van DGBC dat het om het wérkelijk energieverbruik gaat en niet om theoretische aannames zoals gebruikt bij energielabels. DGBC ontwikkelt ook normen voor Paris Proof gebouwen, hiermee hebben we een duidelijk doel om naar toe te werken richting 2045.
Een bijkomend voordeel van onze 2045-ambitie is dat we zelf onze planning kunnen bepalen en de kans op tussentijdse maatregelen vanuit regelgeving beperken. Het publieke statement geeft aan hoeveel belang wij hier aan toekennen en hoe serieus wij dit nemen.’
Jochims: ‘Met behulp van de expertise van Dutch Green Building Council en de Paris Proof-community kunnen we de lange termijn ambities goed verbinden met de korte termijn acties. Het gaat er ons als belegger om dat we de juiste investeringen doen op de juiste momenten. De werkwijze die we gekozen hebben met het opstellen van zogenaamde routekaarten is daar zeer behulpzaam bij. Daaruit leiden we bijvoorbeeld af hoe we maatregelen uit onze onderhoudsbegroting kunnen benutten om duurzaamheidswinst te realiseren. Ook geeft het ons handvatten voor de gesprekken met onze huurders.’
De huurders vormen uiteraard een belangrijke samenwerkingspartner: zij moeten het nut van verduurzaming ook inzien. Helpt Paris Proof daarbij?
Jochims: ‘Ik vind van wel. Wij kunnen concreet inzichtelijk maken welke investeringen moeten worden gedaan om gebouwen Paris Proof te maken. Bijvoorbeeld om uiteindelijk in kantoren niet meer dan 50 kWh per m² per jaar te gebruiken. Alleen komt een groot deel van de realiseerde energiebesparing niet automatisch terecht bij de partij die investeert. Daar gaan we het gesprek over aan. En we experimenteren ook met nieuwe instrumenten om de ambities te realiseren. Zo zijn we bezig met een pilot voor een vaste prijs van kantoorruimte, dus inclusief alle service- en energiekosten. Het voordeel voor de huurder is dat er geen onverwachte naheffingen komen als er bijvoorbeeld meer energie is verbruikt. Voordeel voor Bouwinvest is dat wij hiermee meer mogelijkheden krijgen om onze portefeuille te vergroenen en het split-incentive dilemma oplossen.’
Reusen: ‘Ook hier bewijst de methodiek van Paris Proof haar waarde. In het werkelijk energieverbruik wordt zowel het gebouwgebruik als dat van individuele huurders gemeten en gemonitord. Deze werkelijke verbruiken, gecombineerd met de routekaarten, bieden de basis voor een gesprek over waar we met elkaar verduurzamingswinst kunnen halen. Een deel van de verduurzaming moet namelijk van de huurder komen. Verder helpt ons Paris Proof commitment om in gesprek met projectontwikkelaars duidelijk te maken aan wat voor gebouwen wij behoefte hebben en hoe zij willen presenteren qua duurzaamheid.
Op een hoger schaalniveau zijn de routekaarten ook bruikbaar om bijvoorbeeld met gemeenten naar de toekomstige warmte- en energievoorziening in een gebied te kijken. Gemeenten moeten dit jaar hun Transitievisie Warmte opleveren; onze gegevens kunnen bijdragen bij het onderbouwen van de keuze en de planning. Het leuke daarbij is dat wij ook weer nieuwe partners tegen het lijf lopen. Zo kopen we in Delft nieuwbouwwoningen die restwarmte krijgen van een ziekenhuis. Dat zijn interessante nieuwe coalities.’
Kunnen jullie een voorbeeld geven van een project dat aansluit bij de ambities van Paris Proof?
Jochims: ‘De verduurzaming van het WTC in Rotterdam geeft uitstekend weer hoe we de ambities vertalen in een uitgebreid plan van aanpak. Juist nu deed zich de kans voor om een aantal grote ingrepen in en aan het gebouw te doen en zo’n mogelijkheid moet je dan niet laten lopen.’
Reusen: ‘Zou je ervoor kiezen om de zaken op zijn beloop te laten, dan bestaat de kans dat je straks door aangescherpte duurzaamheidsregels wordt gedwongen om zaken opnieuw aan te pakken. Dan doen we het liever in 1x goed, waardoor we nu ook al extra energie en CO2-besparen. Daarnaast zijn duurzamere gebouwen beter te verhuren en hebben ze een beter binnenklimaat.’
Jochims: ‘De verduurzaming maakt het mogelijk dat we bijdragen aan de klimaatdoelstellingen, koploper in de markt blijven en een gebouw kunnen aanbieden dat een steeds lagere energierekening heeft. De concurrentiepositie van het WTC is zo sterk verbeterd en dat blijkt ook uit de stijging van de bezettingsgraad. Het aansprekende van Bouwinvest is dat wij volop vooruit investeren: op basis van onze visie realiseren we verbeteringen en wachten we niet af totdat een huurcontract is gesloten. We zien dat grote partijen in de markt zoals het Rijksvastgoedbedrijf maar ook de grote kantoor-corporates daar enthousiast van worden. Zij hebben hun eigen duurzaamheidsdoelstellingen en zien kansen om deze samen met ons te realiseren. Paris Proof levert daarbij de bewijslast dat we werkelijk waarmaken wat we beloven.’
Reusen: ‘Dat laatste is bijvoorbeeld ook afleesbaar aan de hoge GRESB-scores die we krijgen toegekend. De Global Real Estate Sustainability Benchmark meet wereldwijd de duurzaamheidsprestaties van de vastgoedbeleggingssector en daarin doet Bouwinvest het uitstekend. Maar liefst 80% van onze portefeuilles halen met 4 of 5 sterren een bovengemiddelde duurzaamheidsscore en het Office en Hotel Fund zijn beide “Global Sector Leader”. Huurders vinden het prettig om met dergelijke gegevens in de hand hun keuze voor een gebouw te kunnen maken en dat geldt ook voor onze klanten.’