bfinance: ‘Duurzame energie sector is uitgegroeid tot een diverse, wereldwijde en zeer concurrerende beleggingscategorie’

Bron
bfinance

De belangstelling voor duurzame energie-infrastructuur is bijzonder groot geweest, gestimuleerd door ESG-agenda’s en de bredere vraag naar infrastructuur als beleggingscategorie. De volatiliteit van de energieprijzen heeft de gevoeligheid van duurzame energie objecten voor de commerciële energieprijzen aan het licht gebracht, terwijl het verminderde energieverbruik tegelijkertijd een vooruitblik bood op een toekomst waarin duurzame energie een groter aandeel van de wereldwijde energieproductie vertegenwoordigt. Vermogensbeheerders in infrastructuur voor duurzame energie – een steeds talrijkere groep met inmiddels meer dan 65 beschikbare strategieën – hebben hun rendementsverwachtingen in het huidige, meer concurrerende klimaat niet naar beneden bijgesteld. In plaats daarvan zijn de voor beleggers beschikbare strategieën aanzienlijk geëvolueerd, met als voornaamste trends een grotere exposure aan ontwikkelingsrisico’s, het gebruik van minder conventionele technologieën, beleggingen in nieuwe geografische gebieden en een grotere specialisatie. Dit zijn de belangrijkste bevindingen uit het nieuwe rapport van bfinance, ‘Renewable Energy Infrastructure: Lessons from Manager Selection”.

 Toenemende belangstelling van beleggers…

Volgens het rapport is de vraag naar duurzame energie-infrastructuur blijven stijgen, waarbij beleggers worden gedreven door ESG-gerelateerde prioriteiten of worden aangetrokken door de kansen die gepaard gaan met de energietransitie. Een groeiend aantal institutionele beleggers is op zoek naar ESG-gerelateerde ’thematische beleggingen’ en/of ‘impactbeleggingen’ die expliciet gericht zijn op positieve niet-financiële resultaten. Uit gegevens van bfinance blijkt dat 34% van de beleggers in reële activa (infrastructuur en vastgoed) betrokken is bij thematische beleggingen, en dat nog eens 20% overweegt dit te doen.

Het rapport gaat in op de trend onder beleggers om de CO2-emissies van hun portefeuille te evalueren en doelstellingen te formuleren om die emissies te verminderen – een aanpak die de vraag naar strategieën voor CO2-compensatie, zoals infrastructuur voor duurzame energie, kan ondersteunen. Uit recente data van bfinance blijkt dat 46% van de asset owners wereldwijd nu de CO2-emissies van hun portefeuille beoordeelt, tegenover slechts 13% drie jaar geleden, en dat nog eens een derde dit “actief overweegt” te doen.

… leidt tot meer strategieën en meer variatie

Het rapport van bfinance belicht de aanzienlijke groei van het aantal fondsen dat beschikbaar is voor investeerders in infrastructuur voor duurzame energie, met meer dan 65 fondsenwervende strategieën vanaf begin 2021, vergeleken met ongeveer 50 in 2019. De strategieën worden op verschillende manieren geclassificeerd, onder meer naar geografie, waar Europa de populairste regio blijft, en naar sectorfocus, waar in het verslag wordt opgemerkt dat een toenemend aantal strategieën zich nu richt op ‘energietransitie’. Het aanbod wordt ook ingedeeld volgens het algemene risicoprofiel: aan de ene kant van het spectrum staan de “standaard” strategieën met zeer gevestigde technologieën en een laag ontwikkelingsrisico; aan de andere kant staan “grensverleggende” strategieën.

Een sector in transitie

In het rapport wordt benadrukt dat vanwege een algemene daling van de verwachte rendementen, met name voor conventionele technologieën op nieuwe markten, managers hun strategieën hebben aangepast om aantrekkelijk te blijven. Er is een toenemende tendens van beheerders die bereid zijn in projecten te stappen tijdens de ontwikkelingsfase. Sommige managers breiden hun geografische werkterrein uit, bijvoorbeeld met Midden- en Oost-Europa of ontwikkeld Azië. Velen integreren nieuwere technologieën, zoals offshore windenergie, in plaats van zich uitsluitend te richten op de meer conventionele sectoren van onshore windenergie, zonne-energie en waterkracht. Het rapport van bfinance constateert ook een groeiend aantal strategieën dat zich richt op minder bekende thema’s in verband met de energietransitie, zoals slimme meters, het opladen van elektrische voertuigen of netwerkstabiliteitsprojecten. Een opmerkelijke opkomende trend is het gebruik van batterijen in combinatie met projecten voor de opwekking van duurzame energie.

Investeerders moeten de greenfield- en opbrengstrisico’s begrijpen

Volgens het rapport is het, nu investeringen in “greenfield”-projecten mainstream worden, belangrijk een onderscheid te maken tussen bouwrisico en ontwikkelingsrisico. Duurzame energie verschilt in dit opzicht aanzienlijk van andere soorten infrastructuurinvesteringen: de bouwperiodes in mainstream-infrastructuur kunnen vaak langer zijn dan de ontwikkelingsfase, terwijl de bouwdoorlooptijd voor conventionele duurzame technologieën nu relatief kort is. Als zodanig zijn de bouwpremies aanzienlijk gedaald – met name in West-Europa, waar het verschil tussen operationele projecten en projecten die “klaar voor de start” zijn, zich vertaalt in een premie van ongeveer 25-50 basispunten voor zonne-energie en 50-150 basispunten voor windenergie op het vasteland.

Hoewel met alle risico’s voorzichtig moet worden omgesprongen, wordt in het rapport benadrukt dat het de moeite loont om bijzondere aandacht te besteden aan het onderwerp van de mate waarin investeerders blootgesteld zijn aan het handelsprijsrisico van elektriciteit. Met de neergang van de subsidie gedreven economie in de opwekking van duurzame energie, wijzen managers nu vaak op zakelijke Power Purchase Agreements (PPA’s) als de veilige basis voor inkomsten, maar niet alle PPA’s zijn gelijk aan elkaar.

ESG – een woord van voorzichtigheid

Hoewel de ESG-normen in deze asset class over het algemeen verbeteren, wordt in het rapport wel een onderscheid gemaakt tussen managers die zich baseren op het argument dat duurzame energie een herkenbare vorm van ESG in actie vertegenwoordigt en managers die zich meer inzetten voor het bredere ESG-plaatje. De auteurs wijzen op beleggers die over hun ESG-competenties praten maar geen onderdelen over ESG in hun Investment Committee beleid hebben opgenomen, en zelfs op managers die ESG-gerelateerde industry awards op hun naam hebben staan maar die tekortschieten als het gaat om ESG-integratie in hun beleggingsbeleid. Een zorgvuldige analyse is nodig om onderscheid te maken tussen de inhoud en vorm.

Anish Butani, Senior Director Private Markets bij bfinance zegt: “Hoewel duurzame energiebronnen de toekomst lijken te zijn voor de wereldwijde energieproductie, gaan we nu een nieuwe fase in voor de opkomende beleggingscategorie van duurzame energie-infrastructuur. De economische aspecten van deze asset class zijn fundamenteel aan het veranderen door de algemene afschaffing van subsidies en de ontwikkeling van technologieën. Met meer concurrentie dan ooit, zowel vanuit het oogpunt van fondsenwerving als vanuit beleggingsoogpunt, moeten managers creatief zijn en zich aanpassen aan het nieuwe klimaat.”

Share Button