De sleutel tot decarbonisatie ligt in de handen van beleggers in Real Assets: zij moeten alert zijn op de CO2-voetafdruk van hun beleggingen. Iedereen heeft het erover dat we minder moeten gaan vliegen als we de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs willen halen en de klimaatverandering willen beperken. Vliegverkeer is echter goed voor slechts zo’n 2% van de wereldwijde CO2-uitstoot. De klimaatdoelen van Parijs moeten dus haalbaar zijn zonder dat we ons vlieggedrag aanpassen. Andere delen van de economie hebben een veel grotere impact. Real Assets bijvoorbeeld. Zoals we in onze Outlook voor 2022 uiteenzetten, bieden Real Assets in een periode van stijgende prijzen waarschijnlijk goede bescherming tegen inflatie. Beleggers moeten wel bedenken dat onderhoud en exploitatie van vastgoed voor ongeveer 17% van de wereldwijde CO2-uitstoot verantwoordelijk zijn. Als we ook de bouw van vastgoed meerekenen, is dat ongeveer het dubbele. Nutsvoorzieningen, die ongeveer de helft van het infrastructuuruniversum vertegenwoordigen, zijn goed voor nog eens 30%.
…maar in de praktijk is dat niet eenvoudig.
Willen we de doelen van Parijs halen, dan is het van essentieel belang dat Real Asset-ondernemingen werk maken van decarbonisatie. De vooruitgang meten die ze op dit punt boeken en de totale milieu-impact van hun activiteiten bepalen, dat is echter makkelijker gezegd dan gedaan.
Een van de grootste problemen is dat bedrijven hun ESG-gegevens niet op dezelfde manier rapporteren. Verder is in de afgelopen jaren het aantal aanbieders van ESG-gegevens enorm toegenomen, terwijl ze verschillende methodologieën gebruiken en vaak tegenstrijdige scores toekennen. Dit bezorgt beleggers die hun bijdrage aan klimaatverandering willen beperken, hoofdbrekens. Ze kunnen niet simpelweg afgaan op een ESG-score en concluderen dat een hoog cijfer goed en een laag cijfer slecht is. In hun methodologie laten dataleveranciers immers bepaalde nuances mogelijk buiten beschouwing.
Holistische benadering
In de whitepaper Turning up the volume, cutting through the noise: making sense of ESG data in real assets, stelt Kempen dat bottom-up beleggingsvaardigheden, een actieve benadering en een holistische visie op de activiteiten van een onderneming essentieel zijn voor beleggers die een bijdrage aan het oplossen van de klimaatcrisis willen leveren.
Als voorbeeld nemen we Cheniere Energy, een Amerikaanse exporteur van vloeibaar aardgas. Cheniere heeft een Scope 3-uitstoot van broeikasgassen van naar schatting 42,7 miljoen ton. Op het eerste gezicht lijkt de onderneming dus een grote vervuiler en scoort ze laag bij veel aanbieders van ESG-data. Volgens ons is dit maar de helft van het verhaal, want de onderneming levert een bijdrage aan de transitie van steenkool naar aardgas in China en speelt zo een belangrijke rol in de vermindering van de wereldwijde CO2-uitstoot.
Dieper graven
In de whitepaper benadrukken we dat we het werk van aanbieders van ESG-data niet in twijfel trekken. Het is echter een nieuw terrein en veel ondernemingen publiceren gegevens niet op de juiste wijze of volgens dezelfde criteria. De informatie die de aanbieders verschaffen, is zeker nuttig; we gebruiken die ook in onze verslagen.
Voor ons beleggingsproces, dat sterk leunt op data, zijn hun gegevens evenwel veel te onnauwkeurig om onze beslissingen op te baseren. Dit plaatst ons voor een dilemma. We kunnen passief blijven en wachten tot de gegevens verbeteren, maar dat kan wel tien jaar duren en tegen die tijd is het te laat om de klimaatcrisis op te lossen. Daarom passen we een actieve benadering toe en lichten we een onderneming grondig door om een beter beeld te krijgen van de impact van haar activiteiten op de wereld waarin we leven.
Jags Walia en Alex Williamson, beide senior portfoliomanager van het Real Assets bij Kempen