Kunnen pensioenfondsen de wereld verbeteren?

ABP, BpfBouw en Bouwinvest kondigden in november aan samen €400 miljoen in huur- en zorgwoningen te investeren om de woningnood aan te pakken. Het is een goed voorbeeld van een investering waarmee pensioenfondsen proberen de wereld te verbeteren en tegelijk een redelijk financieel rendement te behalen.

Dat pensioenfondsen dit steeds meer willen is een trend, en niet alleen in Nederland. Ook in landen als Zweden, Zwitserland en zelfs de Verenigde Staten spreek ik pensioenfondsen die met hun belegd vermogen niet alleen een financieel, maar ook een maatschappelijk positief rendement willen behalen. Natuurlijk roept dat vragen op: waarom willen ze dat? Is dit een goed idee? En wat zijn de uitdagingen?

Waarom willen pensioenfondsen de wereld verbeteren?

Samenlevingen staan voor grote transitie-uitdagingen. Klimaatverandering, afnemende biodiversiteit, en toenemende ongelijkheid zetten de leefbaarheid onder druk. Dat vraagt om investeringen in oplossingen: producten en processen die geen schade toebrengen aan het milieu of de samenleving, maar die de schade juist verminderen of zelfs elimineren. Idealiter realiseren we zo een rechtvaardige transitie naar een samenleving en economie binnen planetaire grenzen.

Ook voor pensioenfondsen is dit belangrijk, want in een onleefbare wereld kun je geen goed pensioen leveren. Het is daarom logisch om naast financiële ook maatschappelijke doelen na te streven: lange termijn brede waarde, waar financiële waarde een onderdeel van is.

Tegenwerping 1: is dit niet gewoon de rol van de overheid?

Brede waarde is een mooi doel, maar er zijn tenminste twee tegenwerpingen te maken. Ten eerste kan men zeggen dat overheden bovengenoemde problemen gewoon moeten oplossen. Die kunnen schadelijke processen beperken, belastingen verschuiven van arbeid naar uitstoot, groene investeringen stimuleren, etc. Private spelers pakken vervolgens hun rol door op die prikkels in te spelen.

In deze gedachtegang hoeven pensioenfondsen zich alleen maar op hun kerntaak te richten. Om Milton Friedman te parafraseren: the business of pensions is pensions. Echter, deze redenering berust op de aanname dat overheden volledig hun verantwoordelijkheid nemen en alle eerdergenoemde zaken goed uitvoeren. Maar dat is niet het geval en we mogen dat ook niet op korte termijn verwachten. We hebben te maken met onstuimige transitieprocessen, waarin een samenspel van factoren en actoren tot onvoorspelbare uitkomsten leidt en waarvoor de verantwoordelijkheid veel breder ligt dan bij alleen de (imperfecte) overheid.

Pensioenfondsen hebben het kapitaal, de invloed en dus de verantwoordelijkheid om hier een rol in te spelen. Maar ook zij maken hun potentieel nog niet waar. Er zijn weliswaar massaal ESG-processen opgetuigd, maar die zijn vooral nuttig wat betreft het managen van financieel risico. Qua maatschappelijke uitkomsten zetten ze niet veel zoden aan de dijk.

Tegenwerping 2: pas op het financieel rendement

Een tweede tegenwerping is dat pensioenfondsen hun financiële verplichtingen in gevaar brengen door op bredere waarde of andere doelen te sturen. Het omgekeerde is echter eerder het geval. Puur financiële sturing is juist problematisch, want het leidt tot kortzichtigheid en het verwaarlozen van alles wat niet direct financieel relevant is of lijkt. En dat ondergraaft ook het lange termijn financieel succes.

Organisaties met een brede blik op waarde presteren beter dan puur financieel georiënteerde organisaties: gemiddeld bestaan ze langer, groeien ze harder en behalen ze hogere winsten. Bedrijven met een negatieve maatschappelijke bijdrage lopen bovendien financiële risico’s die door de gangbare modellen nauwelijks worden meegenomen. De nauwe financiële blik is dus niet prudent.

Toch dienen we deze tegenwerping serieus te nemen, want investeren blijft een balanceeract. Ten eerste kunnen maatschappelijke doelen leiden tot portefeuilles met onbedoelde en onnodige risico’s. Ten tweede zijn er vormen van impact investeren met ongunstige rendement-risicoverhoudingen. Institutionele investeerders dienen dergelijke investeringen hooguit te doen als 1) ze klein zijn; en 2) er zeer sterke maatschappelijke rendementen tegenover staan. Kortom, sturen op brede waarde is aan te raden, maar waakzaamheid is vereist en er zijn de nodige uitdagingen om het in de praktijk te brengen.

Uitdagingen

De voornaamste uitdagingen liggen op het vlak van data en mentale modellen. Met de huidige gerapporteerde data zijn we nog niet in staat om milieu- en (vooral) sociale waarde te meten. Dat is wel nodig om te weten welke resultaten we behalen en daarover verantwoording af te leggen. Maar het dataprobleem wordt overschat: data worden steeds beter en in afwezigheid van data kun je ver komen met schattingen. Gebrek aan data lijkt toch vooral een excuus om weinig stappen te zetten.

De grootste uitdaging wordt dan ook niet gevormd door data, maar door mentale modellen. Mensen zijn gewend aan bepaalde manieren van denken en werken die moeilijk te veranderen zijn. Die verandering is wel nodig, want sturing op brede waarde vraagt om een bredere blik:

  • op zowel rendement als risico;
  • niet alleen financieel, maar ook sociaal en ecologisch;
  • plus de verbanden tussen die vormen van rendement en risico;
  • en niet alleen terugkijkend, maar ook veel meer vooruitkijkend dan nu het geval is, zodat met transities rekening kan worden gehouden.

Enorme mogelijkheden

Die verandering naar sturing op brede waarde is niet eenvoudig en kost tijd, maar is te doen. De Nederlandse pensioenfondsen beschikken met hun vermogen van 1500 miljard euro over enorme mogelijkheden om kapitaal te alloceren. Natuurlijk, uiteindelijk is dit het kapitaal van de deelnemers en dient dit verstandig te worden geïnvesteerd. Maar dat vraagt juist om het serieus nemen van deze allocatieve functie. De vraag is dan ook niet of we met oog op brede waarde dienen te investeren, maar hoe. Daar ga ik in mijn komende blogs dieper op in.

Prof. dr. Willem Schramade is hoogleraar Finance aan Nyenrode Business Universiteit. Hij maakt deel uit van Nyenrode’s Faculty Centre for Corporate Reporting, Finance & Tax.

Share Button