De overgang naar een klimaatvriendelijk bedrijfsmodel in de auto-industrie kan ingrijpende gevolgen hebben voor werknemers en de lokale gemeenschappen waar de grondstoffen worden gewonnen. ABP wil een ‘eerlijke transitie’ en spoort autofabrikanten aan te investeren in hun personeel en problemen met arbeids- en mensenrechten in de toeleveringsketen aan te pakken.
Even wat cijfers: in Europa werkt één op de tien arbeiders in de maakindustrie bij een autofabrikant of producent van auto-onderdelen. Dit betekent dat 3,7 miljoen Europese gezinnen voor hun inkomen afhankelijk zijn van deze sector. In Nederland gaat het om zo’n 25.000 banen, vooral bij toeleveringsbedrijven. Tel daarbij op de mensen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika die hun geld verdienen met de winning van grondstoffen voor de productie van auto’s, en je krijgt een idee van het enorme belang van de werkgelegenheid in deze industrie.
Transformatie
De komende jaren zal de industrie ingrijpend veranderen, onder andere door de opkomst van de elektrische auto, nieuwe vormen van autogebruik (zoals de deelauto) en vergaande automatisering van de productie. De gevolgen kunnen groot zijn voor de miljoenen mensen die – direct of indirect – voor hun inkomen afhankelijk zijn van de auto-industrie. Biedt de sector straks nog werk voor hen? En hoe te voorkomen dat kwetsbare gemeenschappen de dupe worden van de honger naar cruciale grondstoffen voor de transitie naar een CO2-arme autoproductie? Bij autofabrikanten ligt de focus op een klimaatneutrale toekomst, maar de sociale gevolgen daarvan blijven onderbelicht, zegt Anna Pot, duurzaamheidsspecialist bij onze uitvoerder APG. “De auto-industrie kan een rol spelen in de energietransitie en het verminderen van de wereldwijde CO2-uitstoot. Maar dan is het wel belangrijk dat er voldoende oog is voor de impact op alle betrokkenen en dat de arbeids- en mensenrechten worden gerespecteerd.” De auto-industrie is dit jaar voor het eerst beoordeeld door de Corporate Human Rights Benchmark (CHRB), waarvan ABP mede-oprichter is. “Opvallend is dat fabrikanten die het goed doen op het gebied van klimaat niet per definitie goed scoren op arbeids- en mensenrechten. En omgekeerd”, zegt Pot. “Het kan dus beter. Het is belangrijk dat de CHRB deze sector nu ook beoordeelt, want de ervaring leert dat publicatie van de benchmark tot meer bewustzijn bij bedrijven en een verbetering van de mensenrechtenprestaties kan leiden.”
Eerlijke transitie
ABP pleit bij autofabrikanten voor een ‘eerlijke transitie’. “Daar spreken we de fabrikanten op aan. We willen dat ze investeren in de inzetbaarheid van hun werknemers, bijvoorbeeld door trainingen aan te bieden of op andere manieren te werken aan hun ontwikkeling en inzetbaarheid. Ook is het belangrijk dat fabrikanten met hun leveranciers afspraken maken over het opsporen, aanpakken en voorkomen van arbeids- en mensenrechtenschendingen in de toeleveringsketen.” De afgelopen jaren voerde ABP bovendien een intensieve dialoog met dertien grote autofabrikanten over de aanpak van mensenrechtenschendingen bij de winning van kobalt. Voor de energietransitie is kobalt een zeer belangrijke grondstof: het is een onmisbaar bij de productie van batterijen voor elektrische auto’s. Maar helaas komen bij de winning ervan in de Democratische Republiek Congo (goed voor 60% van de wereldproductie) nog steeds misstanden voor, zoals kinderarbeid en onveilige werkomstandigheden. De problemen bij de winning van kobalt zijn niet opgelost, maar er is wel vooruitgang geboekt, zegt Pot. “Onlangs heeft Mercedes-Benz aangekondigd dat het alleen nog duurzaam gecertificeerde kobalt zal gebruiken. Andere fabrikanten hebben controles ingevoerd bij de kobaltsmelters waarmee wordt samengewerkt. En BMW ondersteunt een project voor het verbeteren van de arbeids- en leefomstandigheden in enkele lokale gemeenschappen waar kobalt wordt gewonnen.”
Inzicht in mensenrechtenprestaties
De CHRB vergelijkt de mensenrechtenprestaties van bedrijven in kleding, grondstoffen, landbouw, ICT en de auto-industrie. ABP was in 2017 mede-oprichter van de CHRB en is nauw betrokken bij de ontwikkeling van de benchmark. Voor ons als betrokken langetermijnbelegger is het belangrijk dat de mensenrechtenprestaties van bedrijven verbeteren. Ook biedt de CHRB waardevolle inzichten die we kunnen gebruiken voor beleggingsbeslissingen en in gesprekken met bedrijven waarin we beleggen.
Foto: Anna Pot, duurzaamheidsspecialist bij pensioenuitvoerder APG
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van ABP