Duurzaam beleggen wordt het nieuwe normaal. Het jaar 2020 is niet het kantelpunt, dat was 2015, maar de Covid-19-pandemie zorgt wel voor een versnelling. Duurzame beleggingen bewijzen hun meerwaarde in de coronacrisis. Tijdens de eerste besmettingsgolf in het eerste kwartaal van 2020 bleken zij een stuk veerkrachtiger te zijn dan niet-duurzame beleggingen. De aandelen en obligaties van bedrijven met de hoogste ESG-scores gingen mee omlaag met de financiële markten, maar wel minder hard dan gemiddeld.
ESG staat voor environment (milieu), social (mens en maatschappij) en governance (goed bestuur). Een duurzame belegger kijkt niet alleen naar het financiële rendement van een onderneming, maar neemt ook niet-financiële ESG-criteria mee. Hebben het beleid en de activiteiten van de onderneming negatieve effecten op milieu, mens en maatschappij en bestuur? Dat wordt ook wel het integreren van ESG-factoren in de beleggingsanalyse en beleggingsbeslissing genoemd. Een belegger kijkt ook of een onderneming risico’s loopt op het gebied van ESG.
Presteren onder moeilijke omstandigheden
De prestaties van duurzame beleggingen vielen in het afgelopen decennium grotendeels samen met de langste rally op de aandelenmarkt in de geschiedenis. De rally zou op 9 maart 2020 zijn elfde verjaardag hebben gevierd. Dat werd net niet gehaald, maar er werd wel een recordperiode van stijgende aandelenkoersen neergezet.
De hausse op de aandelenmarkt betekende, dat beleggers niet konden nagaan hoe ondernemingen met afwijkende duurzaamheidsscores voor milieu, mens en maatschappij en bestuur (ESG) presteren bij een serieuze neergang van de markt. Dat schrijven Thomas Roulland, hoofd Solutions, Models and Tools en Yo Takatsuki, hoofd ESG Research and Active Ownership, van vermogensbeheerder AXA IM in een onderzoek naar rendement van duurzame beleggingen in het eerste kwartaal van 2020(1).
De Covid-19-pandemie bood wel de gelegenheid om te zien hoe duurzame beleggingen zich hielden in een crisissituatie. Aandelenmarkten gingen in februari en maart snel en fors onderuit en beleefden de grootste neergang sinds de crash in 1987.
Duurzame koplopers kunnen tegen een stoot
AXA IM onderzocht de rendementen van ondernemingen die meer en minder goed scoren op duurzaamheid (volgens een eigen kwantitatieve scoringsmethodologie) tijdens de neergaande markt in het eerste kwartaal. En kwam tot de conclusie dat bedrijven met de hoogste ESG-scores tijdens de marktcrash beter tegen een stoot kunnen dan bedrijven met de laagste scores. Een mandje met aandelen van ESG-koplopers versloeg een mandje met ESG-achterblijvers met 16,8 procentpunt. De koplopers deden het ook beter dan de brede wereldwijde aandelenindex MSCI All Country World.
Bij een mandje bedrijfsobligaties presteerden de duurzame koplopers 5,2 procentpunt beter dan de achterblijvers. En ook zij deden het beter dan de brede bedrijfsobligatie-index Bloomberg Barclays Global Corporate Aggregate.
‘We zijn ons er terdege van bewust dat ESG-scores niet het hele verhaal vertellen in wat een dramatische tijd voor de wereldeconomie is. Maar onze analyse laat duidelijk zien dat hoge ESG-scores een signaal kunnen zijn van kwaliteit en veerkracht op tumultueuze aandelen- en obligatiemarkten’, schrijven Roulland en Takatsuki. ‘Dit suggereert dat beleggingsportefeuilles die overhellen naar hogere ESG-scores een meer defensieve positionering bieden in tijden van stress op de financiële markten. Een verdere analyse zal laten zien of ESG-scores vergelijkbare resultaten bieden bij herstel van de financiële markten.’
Roulland en Takatsuki publiceerden hun onderzoek in april. Inmiddels hebben aandelenmarkten zich hersteld en staan weer op het niveau van voor de coronacrisis. Het is interessant om te kijken hoe duurzame aandelen en bedrijfsobligaties de rest van het jaar hebben gepresteerd. Dan blijkt dat ze nog steeds hun minder duurzame tegenhangers verslaan. De MSCI World SRI-duurzame aandelenindex presteert beter dan de index met reguliere aandelen MSCI World, zoals de grafiek laat zien(2).
Duurzame aandelen versus niet-duurzame aandelen
Bron: Van Lanschot Kempen
Duurzame beleggingsfondsen presteren beter
Een ander interessant onderzoek is dat naar de prestaties van duurzame beleggingsfondsen tijdens de coronacrisis(3 en 4). Beleggingsfondsenbeoordelaar Morningstar onderzocht het rendement van Europese duurzame beleggingsfondsen voor zeven populaire beleggingscategorieën in een periode van één, drie, vijf en tien jaar en in het eerste kwartaal van 2020. Hierbij werden de prestaties van duurzame fondsen vergeleken met die van reguliere tegenhangers.
Ook Morningstar stelt vast, dat duurzaam beleggen loonde in de coronacrisis. In zes van de zeven onderzochte beleggingscategorieën presteerde duurzame fondsen beter dan reguliere fondsen met een extra rendement dat varieert van 0,09% tot 1,83%. Een uitzondering waren beleggingsfondsen in de categorie wereldwijde large-cap groeiaandelen. Minder dan de helft van de duurzame fondsen in deze categorie versloeg hun conventionele tegenhangers en gemiddeld bleven zij 0,11% achter in rendement (zie tabel).
Duurzame versus traditionele beleggingsfondsen in eerste kwartaal 2020
Duurzaam maakt veerkrachtig
De outperformance van duurzame beleggingsfondsen gedurende de Covid-19-crisis in het eerste kwartaal is volgens Morningstar te verklaren door een combinatie van factoren. Zo hebben duurzame fondsen minder belegd (zijn onderwogen) in ESG-onvriendelijke sectoren zoals de olie- en gasindustrie en hebben meer belegd (zijn overwogen) in aandelen uit de sectoren technologie en gezondheidszorg.
Olie-aandelen gingen het hardst onderuit in de coronacrisis door een afgenomen economische activiteit en daardoor lage vraag naar olie. Technologie-aandelen voeren al enkele jaren de beurzen aan en profiteren tijdens de lockdowns dit jaar van het massaal digitaal thuiswerken en -winkelen. De blootstelling aan technologie-aandelen heeft een positief effect op het rendement van duurzame fondsen, maar dat is kleiner dan het effect van niet belegd zijn in energie-aandelen, aldus Morningstar.
Ook traditionele factoren zoals kwaliteit en lage volatiliteit speelden een rol bij het betere rendement van duurzame beleggingsfondsen. Bedrijven die hoog scoren op ESG neigen naar een meer conservatieve balans en hebben concurrentievoordelen. Dat maakt deze ondernemingen veerkrachtiger in neerwaartse markten.
Veel duurzame ondernemingen zijn beter uitgerust om onzekere periodes te doorstaan, aldus Morningstar. Het zijn goedgeleide bedrijven die alle betrokkenen (aandeelhouders, medewerkers, toeleveranciers) gelijk behandelen, die hun uitdagingen wat betreft ESG adresseren en minder controverses kennen.
Duurzaam kost geen rendement
Morningstar concludeert in zijn onderzoek ook dat beleggen in duurzame fondsen geen rendement kost. Lang werd gedacht dat beleggers die wilden beleggen in bedrijven die goed scoren op ESG concessies moesten doen wat betreft risico en rendement.
Een meerderheid van de duurzame beleggingsfondsen levert een hoger rendement dan hun traditionele concurrenten in meerdere periodes. In de afgelopen tien jaar tot en met 2019 heeft bijna 59% van de fondsen die de hele periode hebben bestaan in de onderzochte categorieën hun traditionele tegenhanger verslagen.
En duurzame beleggingsfondsen zijn blijvers. Van de duurzame fondsen de beleggers tien jaar geleden tot hun beschikking hadden, bestaat 72% nog steeds tegenover minder dan de helft (45,9%) bij traditionele fondsen. Lage kosten en vergoedingen zijn een belangrijke factor van het succes voor duurzame beleggingsfondsen.
Dat duurzaam beleggen geen rendement kost, stelt ook vermogensbeheerder Kempen Capital Management vast in een studie naar de relatie tussen ESG en financieel rendement(5). Beleggers die een ESG-benadering toepassen bij aandelen en obligaties hadden op zijn minst een rendement dat even goed was als dat van beleggers die geen rekening houden met milieu, mens, maatschappij en goed bestuur. Verder vonden de onderzoekers dat bedrijven aanspreken op hun duurzame prestaties, ook wel engagement of betrokken aandeelhouderschap genoemd, het rendement kan verbeteren en het risico van verkleinen.
Meer keus, meer instroom
Beleggers weten duurzame beleggingsfondsen steeds meer te vinden. Morningstar neem het hele jaar een gestage instroom van kapitaal bij duurzame fondsen waar (tot en met het derde kwartaal, vierkwartaalcijfers zijn op het moment van schrijven nog niet beschikbaar). Beleggers hebben niet alleen oog voor het rendement. Er is een aanhoudende interesse bij beleggers in ESG, wat nog eens werd geïntensiveerd door de Covid-19-pandemie. De disruptie die de pandemie veroorzaakt benadrukt nog eens het bouwen van duurzame en veerkrachtige bedrijfsmodellen die rekening houden met meerdere betrokkenen, schrijft Morningstar in een rapport over in- en uitstroom van kapitaal bij duurzame beleggingsfondsen in het derde kwartaal(6).
Beleggers hebben ook steeds meer keus uit duurzame beleggingsfondsen, want er komen steeds meer fondsen bij. Fondshuizen bieden nieuwe duurzame beleggingsfondsen aan of verduurzamen bestaande fondsen.
Beleggers hebben de grootste voorkeur voor duurzame aandelenfondsen. In de afgelopen twaalf kwartalen konden duurzame aandelenfondsen een positieve instroom noteren (zie grafiek). Terwijl traditionele aandelenfondsen de instroom zagen afnemen en soms zelfs een forse uitstroom boekten. In de afgelopen negen kwartalen was er slechts één kwartaal waarbij de instroom bij duurzame aandelenfondsen lager was dan bij conventionele aandelenfondsen. Actief beheerde aandelenfondsen (met een fondsbeheerder aan het roer) noteren een beduidend hogere instroom dan passieve fondsen zoals ETF’s en indexfondsen.
In- en uitstroom duurzame aandelenfondsen versus reguliere aandelenfondsen
Gegevens per kwartaal, in € miljard
Bron: Morningstar Direct, september 2020.
2020 wordt een recordjaar wat betreft nieuwe duurzame beleggingsfondsen. Tot en met het derde kwartaal telde Morningstar al 333 nieuwe fondsen (zie grafiek). Hierbij tekent de fondsenonderzoeker wel aan, dat de Europese regelgever een belangrijke aanjager is. Die wil dat beleggers meer geld in duurzame fondsen stoppen om zo de doelen het van Klimaatakkoord van Parijs te halen.
Lanceringen nieuwe duurzame beleggingsfondsen
Bron: Morningstar Direct, September 2020.
Kantelpunt in 2015
De Covid-19-crisis zet duurzaamheid en duurzaam beleggen in 2020 volop in de schijnwerpers, maar het afgelopen jaar is geen kantelpunt. Dat was 2015, stelt Danny Dekker, adviseur verantwoord beleggen bij Van Lanschot Kempen en een van de auteurs van de studie naar de relatie tussen ESG en financieel rendement.
‘In 2015 waren er in één jaar een aantal belangrijke ontwikkelingen. Bijna 200 landen sloten het Klimaatakkoord van Parijs met een duidelijk doel om de opwarming van de aarde niet verder te laten oplopen. De Verenigde Naties stelden hun zeventien duurzaamheidsdoelen of Sustainable Development Goals op voor een betere wereld in 2030.’
Dekker vervolgt: ‘Paus Franciscus schreef de encycliek Laudate Si waarin hij oproept zuinig te zijn op de schepping. Urgenda won zijn eerste rechtszaak tegen de Nederlandse staat waarin de rechter de Staat opdraagt om op de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 25% te verminderen ten opzichte van 1990. En Gunnar Friede, Timo Busch en Alexander Bassende publiceerden hun belangrijke studie ESG and financial performance: aggregated evidence from more than 2000 empirical studies. Daarin werd op basis van meer dan tweeduizend onderzoeken geconcludeerd dat duurzaam beleggen geen rendement kost. Deze studie is inmiddels een referentiepunt en wordt vaak aangehaald als het over duurzaam beleggen gaat.’
Dekker: ‘Covid-19 zorgt niet voor een kentering, die is vijf jaar geleden al ingezet, maar het zet duurzaamheid wel in een hogere versnelling. Neem het Europees Herstelfonds waarmee miljarden euro’s beschikbaar zijn om de Europese economie te steunen, maar die wel grotendeels in verduurzaming van die economie moeten worden geïnvesteerd.’
Dekker ziet ook dat de informatievoorziening over duurzaamheid steeds beter wordt. ‘Er komen meer data beschikbaar en, hoewel nog een lange weg te gaan, wordt de kwaliteit daarvan beter. Hierdoor is beter te meten wat de impact van een duurzame belegging is. Bijvoorbeeld hoeveel daadwerkelijk wordt bijgedragen aan de vermindering van de CO2-uitstoot. En de ontwikkeling van data en modellen helpt ook om bijvoorbeeld de klimaatrisico’s van een onderneming te vertalen naar financiële risico’s, zodat beleggers ze kunnen meenemen in hun waardering van die onderneming.’
Meer handen en voeten
Door Europese regelgeving krijgt duurzaamheid en duurzaam beleggen steeds meer handen en voeten, stelt Dekker vast (zie ook Sander Boleij: ‘Duurzaamheid wordt nu volwassen’). ‘Er komen definities over wat wel en wat niet onder duurzaam wordt verstaan. Dat maakt greenwashing, waarbij een bedrijf of een beleggingsproduct zich groener of duurzamer voordoet dan het is, moeilijker. Regelgeving zorgt bijvoorbeeld bij vermogensbeheerders voor transparantie over omgaan met ESG in het beleggingsproces. Bedrijven van een bepaalde omvang, meer dan vijfhonderd werknemers, worden verplicht om te publiceren hoe ze scoren op duurzaamheidsfactoren. Er komen standaarden voor de manier waarop over niet-financiële informatie zoals duurzame prestaties gerapporteerd moet worden.’
Dekker constateert dat de nieuwe wet- en regelgeving door de overheid én door de markt worden afgedwongen. ‘Het wordt echt niet alleen maar van bovenaf opgelegd. Daarnaast zie je dat ook bij centrale banken zoals De Nederlandsche Bank en de Europese Centrale Bank het duurzaamheidsdebat wordt gevoerd en dat ook op dat niveau naar klimaatrisico’s wordt gekeken.’
Paradigmaverschuiving
Ofschoon de volledige sociale, economische en financiële gevolgen van de Covid-19-pandemie nu nog niet te voorspellen zijn, zijn we volgens Dekker al wel getuige van een vergaande wereldwijd economische en sociale impact. Daarbij is duurzaamheid onderdeel van een groter geheel, van een nieuw type kapitalisme.
‘Van Lanschot Kempen is van mening dat de gevolgen van de Covid-19-pandemie een paradigmaverschuiving verder versnellen. We gaan van een kapitalisme dat puur focust op aandeelhouderswaarde naar een kapitalisme dat het creëren van waarde op lange termijn voor alle belanghebbenden, inclusief werknemers, leveranciers, klanten en gemeenschappen erkent.’
Uiteindelijk gaan beleggers met een holistische blik naar de financiële en niet-financiële kansen en risico’s van een belegging kijken. Hiermee krijgen ze een completer beeld (zie ook Willem Schramade: ‘Kiezen voor financieel, sociaal èn ecologisch rendement’).
Nieuwe normaal
Alle seinen staan op groen voor een duurzamere wereld. We moeten wel (zie ook Jan Rotmans: ‘De volgende crisis is al onderweg’). Duurzaam beleggen heeft zich bewezen tijdens de coronacrisis, gegevens over de duurzame impact worden steeds beter, beleggers dirigeren steeds meer geld naar duurzame beleggingen en met wet- en regelgeving wordt het volwassen. En met een duurzame beleggingsportefeuille hebben beleggers echt impact (zie ook Hans Stoop: ‘Een duurzame beleggingsportefeuille heeft meer impact dan zonnepanelen of een elektrische auto’).
En niet onbelangrijk: steeds meer vermogensbeheerders gaan duurzaam beleggen als eerste voorkeur aanbieden aan klanten. Ook wealth manager Van Lanschot is nu bezig om haar vermogensbeheerproposities en advieslijst beleggingsfondsen te verduurzamen zodat deze alleen nog duurzame en extra duurzame beleggingsfondsenfondsen bevat (zie kader Minimaal duurzaam en extra duurzaam onderaan dit artikel).
Vindt Van Lanschot een fonds niet of onvoldoende duurzaam, dan wordt dat vervangen door een duurzamer alternatief. Zo wordt duurzaam beleggen steeds meer het nieuwe normaal.
Minimaal duurzaam en extra duurzaam
Beleggingsfondsen zijn voor Van Lanschot duurzaam als ze de United Nations Principles for Responsible Investing (PRI) hebben ondertekend. Dat is een in 2006 door de Verenigde Naties opgestelde gedragscode voor duurzaam beleggen door professionele beleggers zoals vermogensbeheerders en pensioenfondsen.
Daarnaast moeten de fondsen de United Nations Global Compact in hun beleggingsbeleid hebben opgenomen. Dat zijn tien duurzame grondbeginselen van de Verenigde Naties die ondernemingen oproepen om hun strategie en bedrijfsvoering af te stemmen op universele uitgangspunten voor mensenrechten, arbeid, milieu en anti-corruptie.
Duurzame beleggingsfondsen sluiten fabrikanten van controversiële wapens (nucleaire, biologische en chemische wapens, clustermunitie en landmijnen), tabaksproducenten en distributeurs van tabaksartikelen (meer dan 20% van de omzet) uit. En de fondsen zijn een betrokken aandeelhouder zijn die bedrijven aanspreekt op hun duurzame prestaties.
Beleggingsfondsen zijn extra duurzaam als ze daarnaast alleen beleggen in duurzame koplopers in een sector, alle wapenfabrikanten uitsluiten en bedrijven uitsluiten op basis van ethische waarden (bijvoorbeeld alcohol, bont, pornografie en gokken), het Klimaatakkoord van Parijs onderschrijven met doelstellingen om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren en bij voorkeur bijdragen aan de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Dat zijn zeventien doelstellingen van de Verenigde Naties om van de wereld in 2030 een betere plek te maken. De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn een mondiale route voor het oplossen van uitdagingen als armoede, honger, geen onderwijs, slechte sanitaire voorzieningen en de klimaatcrisis.
Maarten van der Pas, Contentmanager en (eind)redacteur bij Van Lanschot Kempen
Dit artikel verscheen eerder in Cornelis, het relatiemagazine van Van Lanschot Private Banking.
Noten
1. Coronavirus: How ESG scores signalled resilience in the Q1 market downturn – Thomas Roulland en Yo Takatsuki, AXA IM, April 2020.
2. SRI staat voor Socially Responsible Investing en gaat een stap verder dan ESG. De MSCI World SRI-index bestaat niet alleen uit bedrijven die goed scoren op milieu, mens en maatschappij en goed bestuur (ESG), maar sluit op basis van ethische maatstaven ook bepaalde sectoren uit. Voorbeelden daarvan zijn producenten van tabak, alcoholische drank, pornografie, steenkool en gokbedrijven.
3. How Does European Sustainable Funds’ Performance Measure Up? – Hortense Bioy en Dimitar Boyadzhiev, Morningstar, juni 2020.
4. Sustainable Funds Weather the First Quarter Better Than Conventional Funds – Jon Hale, Morningstar, April 2020.
5. How ESG relates to financial performance. A review of academic evidence and insights from an investor – Kempen Capital Management, juni 2020.
6. European Sustainable Fund Flows: Q3 2020 in Review ESG fund assets in Europe reach the $1 trillion mark – Hortense Bioy, Elizabeth Stuart en Andy Pettit Director, Morningstar, oktober 2020.