Oorlog in Europa legt ineens weer de vraag over beleggen in defensie op tafel. Jarenlang waren beleggers terughoudend met wapenbeleggingen. Nu moet dat anders, roepen de critici. Hebben ze een punt? Daan Spaargaren ziet vooral dat het niet zo eenvoudig ligt.
Er woedt oorlog in Europa. En dus staat het heilige Westerse geloof in vrede en veiligheid door wapenbeheersing en diplomatie onder druk. Ook beleggers worden aangesproken op hun rol. In vredestijd hebben talloze pensioenfondsen en andere aandeelhouders veel van hun wapenbeleggingen gedumpt. Critici roepen nu op om dat terug te draaien. Voor een goede defensie moeten de wapenbedrijven van de zwarte lijst, beweren ze. Hebben ze gelijk?
Pensioenfondsen wordt verweten dat zij zich in de discussie over beleggen in wapens jarenlang kritiekloos, onverschillig en passief achter de actiegroepen hebben geschaard. Door al die uitsluitingen is de financiering van de defensie-industrie afgeknepen, klinkt het verwijt. Terwijl we die wapens heel hard nodig hebben om onszelf te verdedigen.
Maar zo eenvoudig ligt het natuurlijk niet. De uitsluitingen door de meeste pensioenfondsen zijn gericht tegen wapens waarvan we nu vrezen dat het Russische leger ze inzet, of zelfs al heeft ingezet. Clusterbommen, munitie met witte fosfor, chemische wapens en kernwapens. De fabrikanten van deze wapens, maar ook van landmijnen en munitie met verarmd uranium staan vaak op de uitsluitingslijst.
Het gaat dus niet om alle defensiematerieel, maar specifiek om controversiële wapens. Wapens die geen onderscheid maken tussen burgers en militairen en die een enorm destructieve uitwerking hebben op de burgerbevolking. Heel vaak nog lang na een oorlog. Het is wapentuig waarvan de internationale gemeenschap terecht heeft bepaald dat de vernietigende impact onacceptabel is, oorlogstijd of vredestijd.
In verschillende internationale verdragen, die Nederland ook heeft ondertekend, wordt de productie en verspreiding van controversiële wapens afgezworen. De beelden van clusterbommen boven Charkov onderstrepen weer eens hoe belangrijk het is dat deze wapens verdwijnen. Er is niets schoons aan oorlogsvoering, maar de variant waarbij controversiële wapens worden gebruikt is de vuilste vorm.
Dat de lijsten met wapenuitsluitingen van pensioenfondsen zo lang zijn, heeft meestal niets met de uitsluiting van de defensiesector te maken. Dit komt doordat veel defensiebedrijven nog steeds betrokken zijn bij de productie van controversiële wapens, of belangrijke onderdelen van deze wapens. En vergeet niet dat het voor grote beleggers in Nederland wettelijk verboden is om in producenten van clusterbommen te beleggen.
Is de actuele verdediging van vrede en veiligheid in Europa voor PME dan een reden om meer in defensie te beleggen? Dat is een goede vraag. Op dit moment belegt PME €52 miljoen in de defensiesector. En ja, ook over die bescheiden som aan beleggingen is discussie. 76% van de deelnemers van PME gaf in een recent onderzoek aan helemaal niet in wapens te willen beleggen.
Maar dat was vlak voor de oorlog in Oekraïne. Sindsdien lijkt het sentiment te kantelen; tijdens twee recente bijeenkomsten met de achterban werd alvast gepleit voor meer beleggingen in defensie. Ik weet zeker dat bij de komende gesprekken hierover geen activisten zullen aansluiten. En de discussie zal zeker niet kritiekloos, onverschillig en passief verlopen.
Daan Spaargaren, Strateeg Verantwoord Beleggen PME Pensioenfonds