Beleggingsfondsen laveren tussen risico nemen en rendement halen. Deze zijn ook aan elkaar verbonden: hoe hoger het risico, hoe hoger het rendement. Het gaat daarom om een prudent laveren tussen die twee. De beheerder van het beleggingsfonds dient in deze goed de verwachtingen te managen naar de belegger: welk risico wordt er genomen door te investeren in het fonds? Maar ook de belegger heeft een verantwoordelijkheid: deze komt tot uiting in zijn of haar risicoprofiel; dit bepaalt de keuze voor een bepaald beleggingsfonds. Maar er is nog een belangrijk aspect dat meespeelt voor de belegger: met welke houding belegt hij of zij? Is dat met de houding van de consument of met de houding van de burger?
Consument versus burger
Misschien is wel een van de problemen in onze samenleving dat we mensen zijn gaan beschouwen als consumenten: gericht op een transactie. Maar de mens is veel meer dan dat. De mens is burger: mede-inwoner van ons land. Met elkaar zijn we verantwoordelijk voor deze samenleving, voor de wereld die we willen. Om het wat filosofisch te zeggen: de mens is een ‘sociaal wezen’. De Griekse filosoof Aristoteles uit de derde eeuw voor Christus (!) spreekt over de mens als animalis socialis: hij is niet slechts een ‘rationeel, denkend wezen’ (een zoon logon echon, alweer Aristoteles) en ook niet slechts een kapitalistisch ‘consumerend wezen’ . Die consumptie staat als het goed is in het teken van zijn sociaal zijn. Ik vraag me soms af of we dit vergeten als we gaan beleggen. Zitten we er niet te veel als consument in, in plaats van als burger.
Mijn vraag aan de retailbelegger is dan ook: waartoe ben jij op aarde; wat vind jij belangrijk; wat voor wereld zou jij na willen laten aan je kinderen? En dan: wat voor consequenties heeft dit voor je handelen, voor de manier waarop je je leven inricht? Welke consequenties heeft dit voor de manier waarop je je geld investeert? Kijk je dan alleen naar het hoogste rendement? Of alleen naar het rendement en het risico? Of laat je nog een derde dimensie meespelen: hoe kan ik mijn geld inzetten voor een betere, eerlijke wereld. We proberen vanuit deze visie te handelen bij het Oikocredit Nederland Fonds.
Steun vanuit onverwachte hoek
Misschien voor velen onverwacht voel ik mij in deze gesteund door een aantal revolutionaire pausen. En dan heb ik het zeker niet alleen over de huidige paus, maar ook over zijn voorgangers; deze waren op sociaal-ethisch terrein even revolutionair als paus Franciscus. Opvallend is Benedictus’ encycliek Caritas in Veritate. Hij zegt daarin onder meer: “De economie en het geldwezen kunnen, voor zover ze middelen zijn, inderdaad slecht gebruikt worden, als de verantwoordelijke zich slechts door egoïstische belangen laat leiden. Zo kunnen op zich goede middelen worden veranderd in schadelijke middelen.” Maar de oorzaak hiervan ligt niet in de middelen maar bij de mens zelf en dus “moet het appèl niet aan het middel worden gericht, maar aan de mens, aan zijn morele geweten en aan zijn persoonlijke en sociale verantwoordelijkheid. Zijn voorganger, Paus Johannes Paulus II constateerde in zijn encycliek Centesimus Annus uit 1991 al dat “een investering naast een economische ook altijd een morele betekenis heeft”. Dat slaat niet alleen op de financiële sector, maar ook op een particulier die zijn geld investeert. Paus Benedictus bouwt hierop voort en schrijft dat het geldwezen vernieuwd moet worden, zodat het weer een instrument kan worden “dat gericht is op betere opbouw van welvaart en op ontwikkeling”. Economie en geldwezen zijn “werktuigen” waarmee de voorwaarden voor “ware ontwikkeling” geschapen kunnen worden.
Zou dit niet een mooie gedachte zijn voor Kerstmis? En dan niet alleen voor die twee dagen maar ook voor daarna: hoe kan mijn geld een werktuig zijn voor een betere wereld?
Eric Holterhues, directeur Oikocredit Nederland
Dit is een samenvatting van een lezing die de Eric Holterhues heeft gehouden op het jaarsymposium van het Thijmgenootschap, de Adelbertvereniging en de Thomas More Academie. De hele lezing is te vinden op www.oikocredit.nl