Het boek Netto positief van Paul Polman en Andrew Winston beschrijft hoe ondernemingen kunnen transformeren van blinde winstmachines naar duurzame organisaties. De urgente boodschap van Polman en Winston is gericht aan het bedrijfsleven, maar bevat ook een prima recept voor de beleggingsportefeuille van maatschappelijke aandeelhouders. Wat kunnen pensioenfondsen leren van Netto positief?
Al een tijd betoog ik dat het klimaat maar weinig opschiet met de net-zero hype die rondwaart in het bedrijfsleven en in aandeelhoudersland. Net-zero draait om de doelstelling van netto nul CO2-uitstoot (en andere broeikasgassen). Maar het netto nul-raamwerk geeft alle ruimte voor vrije interpretatie en invulling. Enorme hoeveelheden CO2-uitstoot worden in veel scenario’s overdadig gecompenseerd met emissierechten, de aanplant van grote bossen en de afvang en opslag van CO2 in de grond (CCS).
Om daadwerkelijk gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen en de energietransitie te bevorderen zou zero het uitgangspunt moeten zijn, niet net-zero. Bosaanplant en CCS mogen alleen worden ingezet voor echt onvermijdbare CO2-uitstoot na verbranding van fossiele brandstoffen.
Gezond financieel rendement
Polman en Winston gaan in Netto positief nog een stap verder. Het boek stelt dat bedrijven geen winst moeten maken door problemen te creëren, maar door ze op te lossen. Ondernemen door meer te geven dan te nemen. Meer CO2-uitstoot vermijden dan veroorzaken, enkel circulair produceren, een waardig loon betalen, een inclusief personeelsbeleid voeren en een gezond financieel rendement voor aandeelhouders behalen.
Met als ultieme vraag: is de wereld beter af omdat jouw bedrijf bestaat?
Netto positief is geen aanklacht tegen het kapitalisme. Wel laten Polman en Winston geen gelegenheid onbenut om de focus op ongebreidelde winstmaximalisatie, die nog altijd heerst bij veel grote ondernemingen, te veroordelen. Het moet afgelopen zijn met de aandeelhoudersobsessie bij bestuurders van ondernemingen, wordt keer op keer betoogd. Waarde voor aandeelhouders is een resultaat, niet een doel.
En daarmee houden de schrijvers ook institutionele beleggers een spiegel voor. Zeggen dat je verantwoordelijk bent en ernaar handelen zijn twee volstrekt verschillende dingen, betogen Polman en Winston. Wie Netto positief leest door een aandeelhoudersbril beseft dat de gangbare instrumenten voor verantwoord beleggen, zoals ESG-screening, engagement en uitsluiting, hopeloos achterhaald zijn.
Norm voor verantwoord beleggen
Daar kan ook PME nog veel van leren. In gesprekken met energiebedrijf RWE pleiten we voor het zo snel mogelijk uitfaseren van steenkool als energiebron. En chemiereus BASF proberen we aan te zetten om meer aandacht te hebben voor biodiversiteit. Maar is het voorkomen van negatieve impact wel goed genoeg? Hoe lang kunnen pensioenfondsen als maatschappelijke aandeelhouder nog aan die norm voor verantwoord beleggen blijven vasthouden?
Polman en Winston tonen zich realistisch: nog geen enkel bedrijf omarmt alle ambities die zij in Netto positief voorschrijven. Met het handjevol bedrijven dat volgens de schrijvers goed op weg is, zoals Danone, DSM, Microsoft en Olam, is geen weerbare beleggingsportefeuille op te bouwen. Maar dat ontslaat pensioenfondsen niet van de verplichting om onderdeel te worden van een beweging die verantwoordelijkheid neemt en daarnaar handelt. Want wie iets verder kijkt dan het weekrendement ziet dat de financiële en maatschappelijke belangen van pensioendeelnemers niet zo ver uit elkaar liggen.
Daan Spaargaren, Strateeg Verantwoord Beleggen bij PME Pensioenfonds