Beleggers baseren hun beleggingsbeslissingen in toenemende mate op financiële criteria én niet-financiële criteria. Ze beoordelen bedrijven niet alleen op financiële resultaten, maar ook op de manier waarop deze omgaan met hun werknemers en het milieu en hoe ze zich opstellen in ethische vraagstukken. Ze beleggen bijvoorbeeld niet in producenten van kernenergie, wapenfabrikanten en bedrijven die het niet zo nauw nemen met de arbeidsomstandigheden van hun werknemers.
Volgens cijfers van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) is de totale markt voor duurzaam beleggen door Nederlandse retail en private banking klanten via beleggingsfondsen in 2015 met 30,6% procent gegroeid van € 11,5 miljard naar € 15,1 miljard. Ten opzichte van de gehele markt voor beleggingen in Nederland is het marktaandeel voor duurzame beleggingen in 2015 gegroeid van 10,4% naar 13%. Duurzaam beleggen vormt een steeds groter aandeel van de totale beleggingsmarkt.
Voor steeds meer particuliere beleggers is verantwoord beleggen de afgelopen jaren belangrijk geworden. Zij volgen hiermee stichtingen, verenigingen, religieuze instellingen en pensioenfondsen die al langer verantwoord willen beleggen. In lijn met deze ontwikkeling is het aantal verantwoorde beleggingsproducten de laatste jaren stevig toegenomen. De mate waarin en de manier waarop beleggers deze ESG (environment, social en governance)-thema’s meewegen verschilt. Zo bestaat er verantwoord beleggen, duurzaam beleggen en impactbeleggen. In dit artikel vertel ik over zowel de trends in de markt als de verschillende mogelijkheden die een duurzame belegger heeft.
Een lange geschiedenis
Wat is verantwoord beleggen? De Verenigde Naties definieert verantwoord beleggen als ‘een benadering van beleggen die gericht is op het integreren van milieu-, sociale en governance factoren in beleggingsbeslissingen. Dit heeft als doel om de risico’s beter te beheersen en het genereren van duurzame lange-termijn-rendementen’. Naast financieel rendement telt dus ook het effect van een belegging op de maatschappij.
Verantwoord beleggen gaat terug tot de 18de eeuw en vindt zijn oorsprong bij de Quakers in de Verenigde Staten. Deze religieuze beweging had duidelijke richtlijnen voor het soort ondernemingen waarin ze wel en niet wilden beleggen. Zo werd niet geïnvesteerd in de productie van oorlogsmateriaal of bedrijven die zich inlieten met slavernij. In 1928 werd in de Verenigde Staten het Pioneer Fund opgericht, het eerste ethische beleggingsfonds dat Christenen in staat stelde om ‘zondige’ bedrijven voor de beleggingsportefeuille uit te sluiten.
Europa en Nederland kennen een kortere historie in verantwoord beleggen. Brede bewegingen zoals in de Verenigde Staten zijn er nooit geweest. In ons land werd in de jaren tachtig wel gediscussieerd over de wenselijkheid van investeringen in Zuid-Afrika tijdens het Apartheidsregime. Het eerste Nederlandse aandelenfonds dat rekening hield met sociale, ethische en milieucriteria werd in 1993 opgericht door ASN. Vrijwel elke Nederlandse bank of vermogensbeheerder biedt duurzame beleggingsoplossingen aan.
Een grote stap voor verantwoord beleggen werd gezet in 2005. Kofi Annan, de toenmalige Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, nodigde de grootste investeerders wereldwijd uit om deel te nemen aan de ontwikkeling van de UN Principles for Responsible Investment (UNPRI). De UNPRI is een lijst met zes beginselen die een leidraad vormen bij het opnemen van milieu-sociale- en governance-aspecten in de beleggingspraktijk. Deze VN-principes zijn gebaseerd op internationaal aanvaarde verdragen. Inmiddels zijn er meer dan 2.000 ondertekenaars van de UNPRI met gezamenlijk $ 2.250 triljoen aan belegd vermogen.
Overwegingen van de verantwoorde belegger
Wie aandelen koopt verwerft een deel van het eigendom van een onderneming. Als aandeelhouder ben je daarmee direct belanghebbende geworden in de resultaten en in het handelen van het bedrijf. Om die reden is het vanzelfsprekend dat aandeelhouders geïnteresseerd zijn in het verwacht rendement van de onderneming waarin zij beleggen. De verantwoorde en duurzame belegger kenmerkt zich doordat hij niet alleen het verwacht financieel rendement van een aandeel in ogenschouw neemt bij zijn aan- en verkoopoverweging. Hij kijkt ook naar hoe het betreffende bedrijf zich opstelt bij milieu- sociale- en governance-aspecten en of het daarbij verantwoord opereert. Hebben werknemers inspraak, is er sprake van goed bestuur waarbij het management van het bedrijf verantwoording aflegt en probeert de onderneming het milieu zo min mogelijk te belasten.
De overtuiging achter het meenemen van milieu-, sociale- en governance-aspecten in een beleggingsbeslissing verschilt per belegger. Kortweg kan worden gesteld dat je in duurzaam beleggingsland twee stromingen hebt. Beleggers die duurzaamheid zien als een doel en beleggers die duurzaamheid zien als onderdeel van risicomanagement. Het aantal beleggers dat zich onder de tweede groep schaart wordt steeds groter. Het meenemen van ESG-criteria in beleggingsbeslissingen wordt door beleggers in toenemende mate – ook – gezien als een mitigatie van bepaalde risico’s. Een veel gehoord argument tegen het meenemen van ESG-criteria in een beleggingsbeslissing is dat dit ten koste zou gaan van het financieel rendement. Wanneer echter de onderzoeken die hiernaar verricht zijn naast elkaar worden gelegd blijkt uit de conclusie van vrijwel alle meta studies dat de performance van een portefeuille niet negatief beïnvloed wordt door een ESG-aanpak, en dat verantwoord beleggen een beter risicomanagement impliceert. Daarnaast blijken bedrijven met een strenger ESG-beleid kredietwaardiger dan bedrijven zonder beleid op het gebied van verantwoord ondernemen.
Een bijkomende overweging om verantwoord te gaan beleggen, naast het verbeteren van de maatschappij en het verminderen van risico’s, is fiscaal voordeel. Voor bepaalde duurzame beleggingen geldt voor de particuliere belegger een fiscaal voordeel. Beleggingen die kwalificeren als ‘groene beleggingen’ zijn gedeeltelijke vrijgesteld van belasting in box drie. Dit zijn beleggingen in projecten voor milieubescherming. Om in aanmerking te komen voor deze fiscale regeling dient een beleggingsproduct minimaal 70% van het vermogen te hebben geïnvesteerd in bedrijven of projecten die de groenstatus hebben gekregen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) bepaalt welke bedrijven of projecten hiervoor in aanmerking komen. Het bedrag aan groene beleggingen dat is vrijgesteld van vermogensrendementsheffing is in 2018 € 57.845 zonder fiscale partner en € 115.690 met fiscale partner.
Volgens de VBDO bedroegen groene, fiscaal vrijgestelde, beleggingen in Nederland in 2015 € 1,1 miljard (op een totale markt van € 115,7 miljard particulier belegd vermogen).
Keuzemogelijkheden voor duurzaam beleggen
Het is voor een individuele belegger moeilijk om te bepalen hoe duurzaam een onderneming is.
Een belegger kan dit ook uitbesteden aan een vermogensbeheerder of een duurzaam beleggingsfonds. Banken, vermogensbeheerders en beleggingsfondsen maken vaak gebruik van de expertise van onafhankelijke onderzoeksbureaus die bedrijven toetsen op ESG-criteria. Dergelijke onderzoeksbureaus zoals MSCI hebben de algemene bepalingen van de UN Global Compact vertaald naar meer specifieke ESG-screeningscriteria. De UN Global Compact, werelds grootste duurzaamheidsinitiatief voor bedrijven, heeft tien principes geformuleerd die bedrijven zouden moeten integreren in hun beleid en procedures. Op basis hiervan kan worden getoetst of bedrijven voldoen aan de minimum standaarden op het gebied van mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu en anticorruptie. Deze criteria zijn niet gebaseerd op subjectieve opinies over duurzaamheid, maar op internationaal aanvaarde minimale standaarden die zijn ontleend aan ruim honderd internationale verdragen en conventies. Op die manier wordt screening gedekt op thema’s als mensenrechten, milieu, anticorruptie en omkoping en wapens. Een bekende lijst met duurzame ondernemingen is de MSCI World Social Responsible Investment Index.
Rekening houden met ESG-criteria in het maken van je beleggingsbeslissingen kan op verschillende manieren. De beleggingsoplossingen die ESG-criteria meenemen in de beleggingsbeslissingen heten ‘verantwoord’, ‘duurzaam’ of vallen in de categorie ‘impact beleggingen’. In alle gevallen beoogt de belegger rekening te houden met milieu- sociale- en governance-overwegingen. De manier waarop dat gebeurt kan per vermogensbeheerder of product verschillen. Cruciale vragen die daarbij spelen zijn: ‘welke keuzes kan ik als belegger maken?’ en ‘wat past er bij mijn overtuigingen en waarden?’.
Engagement: het gesprek aangaan
Bij verantwoord of duurzame beleggen wordt, in tegenstelling tot traditioneel beleggen, een engagement-aanpak gehanteerd. ‘Engagement’ of betrokkenheid houdt een langdurige en actieve dialoog in van beleggers met ondernemingen over milieu, maatschappij en goed bestuur. Beleggers spreken een bedrijf erop aan als dat bijvoorbeeld betrokken is bij milieuvervuiling, corruptie of wanneer zij internationale conventies of wetten schenden over werktijden of kinderarbeid. Vanwege zijn omvang kan een grote vermogensbeheerder een onderneming makkelijker aanspreken op haar milieu-sociale- en governance-prestaties dan een kleine belegger. Vaak trekken banken, vermogensbeheerders en beleggingsfondsen dan ook samen in op in hun engagement-aanpak.
Als de dialoog met het bedrijf geen resultaat oplevert, kan worden besloten de belegging in de betreffende onderneming te verkopen.
Uitsluiten: bedrijven en sectoren in de hoek
Een andere mogelijkheid om ESG-criteria mee te nemen in de beleggingsbeslissing is uitsluiten. Op basis van vooraf opgestelde milieu-sociale- en governance- criteria besluit de belegger om niet in bepaalde bedrijven of sectoren te investeren. Zo worden tabaksproducenten steeds meer uitgesloten van opname in een beleggingsportefeuille. Het uitsluiten van ondernemingen en sectoren speelt meer bij duurzaam beleggen en minder bij verantwoord beleggen. Duurzaam beleggen gaat in die zin een stap verder dan verantwoord beleggen.
De keuze voor engagement of uitsluiten heeft verschillende effecten. Stel, een belegger wil niet investeren in een bedrijf dat met zijn producten de klimaatverandering bevordert. Hij kan dan besluiten om niet te beleggen in ondernemingen in de olie- en gassector, één van de belangrijkste veroorzakers van de opwarming van de aarde. Het uitsluiten van olie-en gasproducenten in de beleggingsportefeuille verlaagt de gemiddelde CO2-voetafdruk van de portefeuille. De netto CO2-uitstoot verandert echter niet. Waar de duurzame belegger het olie- of gasaandeel niet koopt, is er een andere belegger die het wel koopt. Pas als er geen potentiële kopers van het aandeel meer zijn en het bedrijf daardoor geen kapitaal meer kan ophalen bij beleggers heeft uitsluiten een mogelijk effect op de onderneming.
Door uitsluiten is een belegger niet in de gelegenheid om als aandeelhouder zijn stem te laten horen bij een onderneming en zo verandering te bewerkstelligen. Als wordt gekozen voor engagement dan blijft de mogelijkheid om de dialoog aan te gaan met de betreffende onderneming. Zo kan een belegger het bedrijf aansporen om een draai te maken naar bijvoorbeeld betaalbare vormen van duurzame energie zoals zonne- wind- en hydro-energie.
De vraag die de belegger zich kan stellen is of hij bepaalde bedrijven en sectoren wil uitsluiten of er juist in wil beleggen om er een verandering door te voeren. De vraag is of vermogensbeheerders (gezamenlijk) door middel van een dialoog invloed kunnen hebben en aansturen op verbetering binnen een bepaalde sector. Als de belegger kiest voor engagement, doet hij er verstandig aan om na te gaan hoe de engagement-aanpak bij een vermogensbeheerder of duurzaam beleggingsfonds is vormgegeven.
Best-in-class: het beste jongetje van de klas
Beleggers die uitsluiten van een volledige sector te ver vinden gaan kunnen kiezen voor een best-in-class-aanpak. In dat geval wordt informatie over de milieu-sociale- en governance-prestaties van bedrijven gebruikt om in een bepaalde sector de meest duurzame ondernemingen te selecteren. Dit wordt ook wel positieve screening genoemd. Zo wordt bijvoorbeeld bij de selectie van bedrijven in de sector niet-duurzame consumptiegoederen gekozen voor bedrijven die zich meer dan gemiddeld inspannen om de arbeidsomstandigheden bij hun toeleveranciers te verbeteren.
Bij de best-in-class-aanpak is een kanttekening te plaatsen. Een best-in-class-bedrijf uit bijvoorbeeld de olie- en gassector is nog steeds een onderneming die niet-duurzame producten maakt of distribueert. Oftewel, een best-in-class-aanpak leidt niet per definitie tot een portefeuille met beleggingen in duurzame ondernemingen.
Impactbeleggen: van do no harm naar do good
Waar verantwoord en duurzaam (engagement en uitsluiten) vooral gaat over het verbeteren van niet-duurzame praktijken, gaat impactbeleggen of impact investing meer over het steunen van duurzame projecten. Het meest simpele onderscheid tussen duurzaam en impact beleggen is doing no harm (duurzaam) en doing good (impact). Impact beleggers investeren in bedrijven die de nadrukkelijke intentie hebben om in positieve zin bij te dragen aan een beter milieu en/of maatschappij: kortom impact willen hebben, het verschil willen maken. Ze streven naast een financieel rendement ook een aantoonbaar maatschappelijk rendement na. Deze bedrijven richten zich bijvoorbeeld op het creëren van werkgelegenheid of het beschikbaar maken van betrouwbare medicatie in ontwikkelingslanden, of op bedrijven die met technische innovaties het milieu minder belasten. Het op eenduidige wijze meten van en rapporteren over impact is nog lang niet zo uitgekristalliseerd als bij financiële rapportages. Als belegger is het van belang vooraf een aantal zaken vast te stellen: welke impactdoelstellingen heeft de onderneming, sluiten deze aan bij mijn duurzame doelstellingen, hoe worden de impactdoelstellingen gemeten en in hoeverre zijn de resultaten van investeringen onderling vergelijkbaar?
De Verenigde Naties hebben in 2015 een nieuwe mondiale duurzame ontwikkelingsagenda voor 2030 opgesteld. Deze agenda bevat zeventien Sustainable Development Goals (SDG’s) om de wereld in 2030 tot ‘een betere plek te maken’. Om deze doelen te kunnen behalen zijn significante investeringen nodig. Deze investeringen zullen niet alleen van overheden moeten komen, maar ook van institutionele en private investeerders. Met impactbeleggen kan een bijdrage worden geleverd aan het bereiken van de SDG’s.
Tot slot
Naast duurzaam beleggen is er onder particulieren een toenemende aandacht voor impact investing. Uit onderzoek van Van Lanschot onder miljonairs in Nederland blijkt, dat steeds meer mensen interesse hebben in impactbeleggen. Dit geldt met name voor de jongere generatie: bijna 50% van de personen jonger dan 50 jaar heeft interesse. Ongeveer 15,7% van deze jongere generatie houdt zich al bezig met impact investing, doet dat met gemiddeld 16% van zijn vermogen en is gemiddeld bereid dat te verhogen naar 20%. Deze toenemende interesse vanuit de (jongere) belegger samen met de groei in het aantal beleggingsproducten dat hierop inspeelt, maakt duurzaam beleggen in de (nabije) toekomst niet langer een uitzondering maar de regel.
De toenemende aandacht voor verantwoord, duurzaam en impact beleggen wordt verklaard door een aantal ontwikkelingen. Belangrijk is de eerder genoemde erkenning in de financiële sector dat ESG-factoren een wezenlijke rol spelen bij het bepalen van risico en rendement. Daarnaast zijn beleggers steeds veeleisender ten aanzien van transparantie over de wijze waarin hun geld wordt geïnvesteerd.
De wijze waarop banken, vermogensbeheerders maar ook beleggingsfondsen een invulling geven aan duurzaamheid verschilt. Als u uw vermogen duurzaam wilt beleggen dan is het verstandig om u vooraf goed te informeren. Kies een (verantwoord of duurzaam) beleggingsbeleid dat bij uw identiteit past. Wat vindt u belangrijk als het om duurzaamheid gaat en welke manier van beleggen past daarbij? Welke sociale- en maatschappelijke thema’s spreken u aan? Aan welke thema’s zou u bijvoorbeeld een bijdrage willen leveren? Welke investeringen sluiten aan op de thema’s die u van belang vindt? En hoe wordt de mate van duurzaamheid of impact van uw beleggingen in kaart gebracht? Dergelijke vragen kunt u bespreken met bijvoorbeeld uw beleggingsadviseur. De ene duurzame belegger kiest voor lichtgroen, de andere voor donkergroen. Maar is er altijd een groenschakering die bij u past.
Wieke Maarleveld, Product Manager & Advisor Impact Investing Van Lanschot
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Vp-bulletin 2018/40; Wolters Kluwer BV