De trend om duurzamer te beleggen heeft onbedoelde gevolgen gehad: het in kaart brengen van ESG-waarden is uitgemond in een saaie exercitie van meten, vakjes aankruisen en omzetten in scores. “De complexe problemen van onze wereld zijn echter niet op te lossen met cijfers. Kwantitatieve analyse zal nooit de positieve maatschappelijke veranderingen kunnen aandrijven die we nodig hebben,” stelt Stuart Dunbar, partner bij de Schotse vermogensbeheerder Baillie Gifford.
Dunbar is er rotsvast van overtuigd: “Een focus op ESG-data zal ons niet helpen de productiviteit van onze economie te verhogen, noch onze levensstandaard te verbeteren of ervoor te zorgen dat onze wereld leefbaar blijft. We moeten een holistische aanpak hanteren, vooral als het gaat om duurzaamheid of ESG-kwesties.” Dunbar stelt dat reële langetermijneffecten op het welzijn van economieën, samenlevingen en de planeet niet verankerd kunnen worden in dictaten en verkeerde metingen van ESG-dogmatici. “Beleggers zouden een veel bredere kijk moeten hebben, in plaats van alleen te vertrouwen op ESG-cijfertjes.”
Voor veel beleggers betekent duurzaam beleggen niets meer dan het kopen van een fonds dat passief een ESG-index nabootst. Deze benadering is vooral wijdverspreid bij klimaatvriendelijke beleggingen. In principe is er natuurlijk niets mis mee als beleggers een duurzamere portefeuille of een portefeuille met een kleinere CO2-voetafdruk willen realiseren. Harde kritiek is niet op zijn plaats. Toch is deze benadering onverstandig, stelt Dunbar: “Als we onze beleggingsbeslissingen alleen baseren op de momentopnames van ESG-data, zijn we nog ver verwijderd van een duurzame vermogensallocatie die is afgestemd op een holistisch ESG-concept. Dat komt omdat de gebruikte ESG-scores zich meer richten op de systeemrisico’s van een portefeuille dan op de kansen die voortvloeien uit het positieve gedrag van individuele bedrijven.”
Subjectieve ESG-scores zijn geen goede leidraad
De zwakte van kwantitatieve ESG-benaderingen blijkt uit de contrasterende ESG-scores van verschillende gegevensverstrekkers over dezelfde ondernemingen. Dunbar: “Waarom zijn de scores zo verschillend? Omdat ze zeer subjectief zijn. Vermogensbeheerders en beleggers moeten zich hiervan bewust zijn. Het is verder mogelijk dat de ESG-ratings waarop zij zich baseren, niet overeenstemmen met hun eigen interpretatie van verantwoord beleggen, op een bepaald moment of op een bepaald onderdeel.”
Volgens Dunbar vereist duurzaam beleggen daarom een holistische en zeer duidelijke benadering. Beleggers moeten met name zelf en doelbewust met individuele ondernemingen in gesprek gaan om na te gaan of en in welke mate de ondernemingen de uitdagingen in de echte wereld oppakken. Dunbar meent dat beleggers actief de dialoog met hen moeten aangaan; ondernemingen moeten worden aangemoedigd om te veranderen en vooruitgang te boeken.
Gebruik ESG als een kans in plaats van een doel
Onze mondiale samenleving is zo gestructureerd dat er veel zaken nodig zijn die worden geproduceerd door industrieën die beschouwd worden als schadelijk voor het milieu. Internationale toeleveringsketens zijn nu eenmaal afhankelijk van luchtvaartmaatschappijen. Kennis moet worden gedeeld, en ondanks de digitalisering is veel van die kennis nog steeds alleen op papier beschikbaar. Voedsel moet worden verpakt en wegen, bruggen en gebouwen moeten nu eenmaal worden gebouwd – vooral in ontwikkelingslanden.
Dunbar: “Waar het op neerkomt, is dat we ons concentreren op het verminderen van de impact van deze activiteiten in plaats van te doen alsof we zonder kunnen. Dit is precies waar de beperkte kwantitatieve momentopname van de ESG-beoordeling van bedrijven faalt. Een doordachte benadering van duurzame groei pakt daarentegen niet alleen de ESG-uitdagingen van onze tijd aan, maar opent ook beleggingskansen.”
“Bedrijven die tegemoetkomen aan de behoeften en uitdagingen van de samenleving zullen op lange termijn ook financieel succesvol zijn. De kapitalistische drijfveer van ondernemingen is immers niet de vijand, maar het mechanisme dat de menselijke creativiteit en ontwikkeling aanwakkert en in goede banen leidt. Natuurlijk mogen we niet vergeten dat we voor duurzame vooruitgang op lange termijn moeten denken en ondernemingen die schadelijke externe effecten creëren, zullen daarvoor binnen een bepaalde beleggingshorizon ter verantwoording worden geroepen.”
“Een zinvolle benadering van duurzaam beleggen is misschien wat rommelig en moeilijk te kwantificeren, maar als beleggers ESG-factoren en -principes holistisch in hun analyse integreren en duurzaamheid als een kans zien en de beweegredenen achter hun beleggingsbeslissingen duidelijk uitleggen, kunnen zij voldoen aan de eisen die de drie ESG-dimensies (E, S en G) van duurzaamheid aan hen stellen.”
Tesla transformeert auto-industrie maar heeft geen hoge ESG-score
Een voorbeeld van een ESG-misvatting is Tesla, waarin Baillie Gifford al lange tijd een belangrijke aandeelhouder is. Dunbar: “Gebruik je de standaardaanpak om het ESG-gehalte van een onderneming te beoordelen, dan zou dat voor Tesla waarschijnlijk tot een negatief resultaat leiden, omdat het bedrijf aan veel van de ESG-maatstaven niet voldoet. Kijk naar de samenstelling van de raad van bestuur, de beloningsregeling voor leidinggevenden, de botsingen met de toezichthouder SEC en de uitspraken op Twitter, dan is Tesla geen bedrijf dat ESG-harten sneller doet kloppen.”
“Toch lijdt het geen twijfel dat oprichter Elon Musk de hele auto-industrie in een steeds duurzamere richting heeft geduwd. Niet alleen omdat hij de verbrandingsmotor in zijn auto’s vervangt, maar omdat hij verandering heeft afgedwongen in een onwillige industrie.”