De steun is nog niet uitgegeven, of er klinkt een luide roep: ‘Stimuleer de groene economie. Stop klimaatverandering!’ Begon het bij enkele columnisten en wetenschappers, nu wordt het geluid sterker. Het komt niet van de minsten: de directeur van het Internationaal Energieagentschap dr. Fatih Birol, de secretaris-generaal van de VN António Guterresen vorige week de vicevoorzitter van de Europese Commissie. In een open brief pleitte Frans Timmermans voor een systeemverandering. Stop de herstelgelden niet in oude, vervuilende infrastructuur, maar gebruik het om aan een circulaire en duurzame economie te bouwen. Het groene masterplan ‘De Green Deal’ lijkt volgens dhr. Timmermans het hart te moeten worden van de Europese herstelstrategie. Alles om de eerste stap van 50 procent CO2-reductie in 2030 te halen. Er is alleen één belangrijke vraag.
Hoe dan?
Er is volgens de OECD 6,35 biljoen euro aan investeringen wereldwijd per jaar nodig om de Parijse klimaatdoelen te halen. Maar hoe weten we dat een investering in economische activiteit van een bedrijf bijdraagt aan dat hogere doel? ’Het woud van duurzame marketing, labels en theorieën lijkt alles groen te toveren. Toch is het ene groen het ander niet. Hierdoor ligt ‘greenwashing’ op de loer. Denk bijvoorbeeld terug aan die ‘schone’ diesels. Op papier een wereldverbetering, op de weg een drama voor het milieu.
Een taxonomie
Om hier een eind aan te maken werkt de Europese Commissie, as we speak, aan een classificatiesysteem. De EU-taxonomie voor duurzaamheid, de heggenschaar die een einde moet maken aan greenwashing en het zicht weer vrij moet maken zodat we het bos weer zien. Er is een adviesrapport met een lijst van zo’n 70 economische activiteiten voor bedrijven opgesteld die allemaal een grote bijdrage aan de Europese CO2-reductie kunnen leveren. Sommige activiteiten zijn al groen, zoals het opwekken van energie door zon of wind. Andere activiteiten zijn in transitie, zoals de productie van onder andere staal of cement valt in deze categorie. Met een op maat gemaakt plan voor de komende decennia wordt per activiteit keurig omschreven hoe ze van hoge CO2-uitstoot naar ‘lean and green’ kunnen gaan. Tot slot zijn er de ‘enablers’. Dit zijn onder andere de beheerders van elektriciteits- en informatienetwerken die alle andere activiteiten mede mogelijk maken.
Substantieel en significant
Die economische activiteiten moeten gebeuren binnen de grenzen die ons milieu kan dragen. Klimaatmitigatie en -adaptatie, duurzaam gebruik van water, circulaire economie, tegengaan van vervuiling en bescherming van ecosystemen maken samen de zes milieudoelstellingen die elk een eigen boven- en ondergrens hebben. Voor minstens één doelstelling moet je een substantiële bijdrage leveren. De andere doelstellingen mag je geen significante schade doen. Voldoe je aan deze voorwaarden? Gefeliciteerd! Dan mag je jouw activiteit ‘ecologisch verantwoord’ noemen. Maar wacht, er is meer! Zwaaien met de groene vlag levert niet alleen marketingvoordeel; ook financiële instellingen kunnen rentekortingen geven en het vergemakkelijkt mogelijk de toegang tot subsidies die straks onder de ‘EU Green Deal’ vallen.
Groen gereedschap
Hét ultieme gereedschap om al de corona-herstelgelden in groene banen te leiden hebben we in handen. Met de taxonomie kunnen overheden voorwaarden stellen aan de herstelgelden. Vooral voor die sectoren die veel CO2 uitstoten.
De huidige versie van de taxonomie is nog maar een eerste stap waarbij enkel de klimaatmitigatie en –adaptatiedoelen zijn vastgesteld, maar rijp om nu al toegepast te worden. Vele technische experts en honderden stakeholders hebben de huidige 600+ pagina’s aan classificatie kritisch onder de loep genomen. Officieel moeten politici er nog een stempel op doen en kan er eind 2020 pas een strik om. Dat is te laat. Willen wij systeemverandering? Moet de economie groener? Willen wij beter bestand zijn tegen schokken? Dan hebben we geen tijd te verliezen.
Daniël Poolen, Sustainability Researcher bij RaboResearch