De aandelenbeurzen zijn 2018 in mineur gesloten. Een mengeling van factoren zorgde voor een neerslachtig sentiment, maar de belangrijkste reden is toch het economische vooruitzicht. Het lijkt er sterk op dat we de grootste groei achter de rug hebben en ons op gaan maken voor een teruggang. Daar word je als belegger verdrietig van, maar als je kijkt naar onze werkelijke welvaart dan is de situatie nog schrijnender.
Welvaart op basis van dood en verderf
Een belangrijke graadmeter om economisch groei uit de drukken is Gross Domestic Product (GDP) oftewel het Bruto Binnenlands Product (BBP). Het geeft aan wat de totale geldwaarde is van alle goederen en diensten die in een bepaalde periode door een land zijn geproduceerd en geleverd. Keynes is de grondlegger van de huidige berekeningssystematiek die stamt uit de jaren 40 van de vorige eeuw. De econoom betoogde dat er meer aandacht moest zijn voor de productie van wapens, tanks en vliegtuigen. Deze oorlogsuitgaven deden volgens Keynes de economie groeien. In barre tijden van oorlog werden de BBP-cijfers gebruikt om de productie te beheren. Oftewel: de indicator die een reflectie zou moeten zijn van onze welvaart, is dus eigenlijk gebaseerd op dood en verderf.
Niet alleen de productie voor oorlog maakt deel uit van BBP. Er wordt bij de bepaling van het BBP ook geen onderscheid gemaakt naar het soort product of dienst en de impact op de wereld. Dus bijvoorbeeld productie door slavernij, kinderarbeid of met onherstelbare schade aan het milieu, telt gewoon mee voor de bepaling van ’hoe goed het met ons gaat’. Los van dat het een naïeve benadering is, is het niet langer houdbaar.
Financieel-materiële impact essentieel
Sinds 2007 probeert de Europese Unie om met alternatieven te komen voor GDP in het programma: ’beyond GDP’. Met het initiatief wordt geprobeerd om een indicator te ontwikkelen die net zo duidelijk en aantrekkelijk is als GDP, maar impact op mens en milieu meeneemt. Op zich een prachtig initiatief, alleen stranden de meeste van die pogingen in schoonheid. Van de Happy Planet Index tot de Better Life Index: allemaal wagen ze een poging. Elementen verschillen per index en variëren van persoonlijk geluksgevoel, zingeving tot tevredenheid. En juist daar gaat het mis. Het is te veel, te snel en te weinig direct financieel-materieel. Daarmee is het geen volwaardig alternatief voor de vervanging van of de aanvulling op het BBP.
De volgende stap moet dan ook simplistisch en financieel-materieel zijn. Op weg naar uiteindelijk het volledig integreren van (negatieve) impact op mens en milieu in de financiële waarde van een product of dienst. Een mogelijkheid is om het BBP-cijfer in eerste instantie te corrigeren voor de negatieve impact die een land heeft op de natuurlijke hulpbronnen van de wereld.
Overigens verwacht ik dat deze aangepaste berekening beleggers niet op zal beuren; er is dan ook zeker geen sprake van een gelukkig nieuwjaar. Momenteel verbruiken wij natuurlijke hulpbronnen 1,7 keer zo snel als ze kunnen herstellen. Vanuit dat oogpunt leven we dus op de pof. Een nieuwe crisis lijkt in de maak.
We zoeken alleen nog naar de juiste graadmeter om de gevolgen in een cijfer uit te drukken.
Dennis van der Putten is Director Sustainability & Strategy bij ACTIAM
Deze column is eerder gepubliceerd in De Telegraaf