Duurzaamheid definieert mede de winnaars van de toekomst. Daarom is duurzaamheid een belangrijke overtuiging van OBAM, één van de grootste en bekendste aandelenfondsen in Nederland.
De beleggingsportefeuille van OBAM telt ongeveer vijftig bedrijven, die koploper zijn in hun bedrijfstak en in sterke mate profiteren van megatrends zoals digitalisering, de energietransitie en duurzaamheid. ‘Een bedrijf dat duurzaam en economisch zeer rendabel is, kan een voorname plek in onze beleggingsportefeuille bemachtigen.’ Dat zegt Edwin Simon, die als Sustainability Officer het duurzaamheidsbeleid van OBAM vormgeeft en als Senior Portfoliomanager ook betrokken is bij de implementatie en uitvoering ervan.
De passie voor duurzaam beleggen van Simon ving aan in 2007, toen hij zijn carrière begon in het duurzaamheidsteam van ABN AMRO Asset Management. ‘In die tijd zagen fondsbeheerders duurzaamheid eerder als een last dan als een bron van rendement. Er was nog een wereld te winnen en daarin zag ik een mooie uitdaging.’
Verduurzamen van de wereld
De duurzame beleggingsstrategie van OBAM is gestoeld op een aantal overtuigingen. De eerste is de belangrijke rol die OBAM als vermogensbeheerder voor zichzelf ziet in het verduurzamen van de wereld. ‘Als aandeelhouder in bedrijven kunnen wij invloed uitoefenen op het duurzaamheidsbeleid van deze bedrijven, bijvoorbeeld in gesprekken met het management en door te stemmen op aandeelhoudersvergaderingen.’
Daarnaast heeft de vermogensbeheerder zich gecommitteerd aan enkele belangrijke mondiale initiatieven op gebied van duurzaamheid, zoals de UN Principles for Responsible Investment, de UN Global Compact en de 17 Sustainable Development Goals (SDG’s). Het blijft niet bij een handtekening; bedrijven worden actief door het beleggingsteam gescreend of zij zich eraan houden aan de door de Verenigde Naties opgestelde principes en of zij een positieve bijdrage leveren aan de SDG’s. OBAM heeft vijf focus SDG’s geselecteerd waaraan OBAM proactief een bijdrage aan wenst te leveren door middel van haar investeringen.
Interessante duurzame investeringen
In alle beleggingsbeslissingen neemt OBAM duurzaamheid mee, zowel om risico’s als kansen goed in te kunnen schatten. Dat laatste wordt steeds belangrijker zegt Simon, die benadrukt dat in zijn ogen duurzaamheid en rendement hand in hand gaan. Duurzaamheid definieert om die reden mede de winnaars van de toekomst.
Hoe identificeert het beleggingsteam van OBAM interessante duurzame investeringen? ‘Door een combinatie van factoren’, legt Simon uit. ‘Wij analyseren duurzame trends en zoeken naar de beste bedrijfsmodellen die daarvan kunnen profiteren. Wij kijken daarnaast naar zaken als marktaandeel, winstgevendheid en concurrentievoordelen, want bedrijven die profiteren van een duurzame trend zijn niet per definitie ook financieel gezond.’
Simon geeft als voorbeeld waterstof, een vorm van schone brandstof voor bijvoorbeeld de opslag van elektriciteit en zwaar transport. De waterstofeconomie is veelbelovend, maar veel bedrijfsmodellen staan nog in de kinderschoenen. De bedrijfswinsten laten op zich wachten, terwijl de investeringen relatief hoog zijn. ‘Voor toekomstige bedrijfswinsten moet je verder kijken dan 2025. Wij beleggen daarom in bedrijfsmodellen, die kunnen profiteren van de waterstoftrend, maar niet hiervan volledig afhankelijk zijn. Zij kunnen waterstofprojecten financieren uit hun winstgevende nevenactiviteiten.’
Bij de duurzamere wereld die OBAM voorstaat, hoort ook een eerlijkere en duurzame voedselketen. Zorg voor duurzaam beheer en efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen sluit aan bij één van onze focus SDG’s: verantwoorde productie en consumptie (SDG 12). Simon ziet onder andere kansen in plantaardige vleesvervangers. ‘Er wordt weleens gezegd dat vlees de nieuwe olie is: de markt keert zich er steeds meer vanaf. De productie ervan gaat gepaard met veel watergebruik, methaanuitstoot en potentieel dierenleed. Je ziet in supermarkten steeds meer aanbod van plantaardige vleesvervangers en zelfs visvervangers. Van deze trend profiteren zowel producenten van deze vleesvervangers als bedrijven die plantaardige eiwitten produceren voor deze vleesvervangers.