Door klimaatverandering kunnen onze economieën, bedrijven en manier van leven in de komende decennia flinke schade oplopen. Maar welke risico’s klimaatverandering precies met zich meebrengt, weten we nog niet goed, omdat klimaatschokken anders zijn dan de financiële schokken die we in eerdere crises hebben gezien. Klimaatverandering voltrekt zich langzaam over een lange tijd, en het is daardoor erg onzeker welke vorm extreme klimaatgebeurtenissen in de toekomst precies aannemen. Instellingen – publiek en privaat – hebben nog veel werk te doen, want ze moeten de mogelijke effecten van deze risico’s goed in kaart brengen en analyseren, en de traditionele instrumenten voor risicobeheersing zijn daarvoor misschien niet toereikend. Daarom heeft de ECB de eerste klimaatstresstest voor de hele economie ontwikkeld, waarmee autoriteiten en financiële instellingen de effecten kunnen inschatten van de klimaatrisico’s voor bedrijven en banken in de komende dertig jaar.
De risico’s van klimaatverandering worden doorgaans in twee categorieën ingedeeld. De eerste omvat de fysieke risico’s, namelijk de verwachting dat natuurrampen heviger worden en vaker zullen voorkomen. Bedrijven die in kwetsbare gebieden liggen, bijvoorbeeld aan een rivier of de kust, lopen meer kans op overstroming en zouden bij een klimaatgebeurtenis flinke schade kunnen lijden. Zulke schade kan op korte termijn tot verstoring van de productie leiden en op lange termijn mogelijk zelfs tot faillissement. De aard van de fysieke risico’s verschilt van land tot land en van streek tot streek: in Zuid-Europa zullen gemiddeld genomen meer warmtestress en natuurbranden voorkomen, terwijl Midden- en Noord-Europa kwetsbaarder zijn voor overstromingen.
De tweede categorie omvat transitierisico’s, wat inhoudt dat uitstel van beleid om de CO2-uitstoot te verlagen of de abrupte invoering daarvan negatieve effecten kan hebben voor bepaalde energie- en koolstofintensieve sectoren, zoals de mijnbouw, de cement- en de staalindustrie. Door hogere belastingen op koolstofgebruik, bijvoorbeeld, kunnen de productiekosten stijgen en kan de winstgevendheid dalen.
Zowel fysieke als transitierisico’s kunnen de financiële stabiliteit in gevaar brengen, wanneer banken of andere financiële instellingen bedrijven in hun krediet- of activaportefeuille hebben die failliet gaan. Hoewel doorgaans onderscheid wordt gemaakt tussen deze twee soorten risico’s, zijn ze in werkelijkheid met elkaar verweven. Zo kunnen de effecten van transitierisico’s op korte termijn toenemen als er meer klimaatbeleid wordt gevoerd, terwijl het fysieke risico dat zich in de decennia daarna klimaatgebeurtenissen voordoen, daardoor juist afneemt. In de klimaatstresstest van de ECB wordt deze wisselwerking vastgelegd en gekwantificeerd. Om rekening te kunnen houden met de langetermijneffecten wordt daarbij een tijdsduur van dertig jaar gehanteerd.
Met de klimaatstresstest van de ECB wordt onderzocht in hoeverre bedrijven en banken bestand zijn tegen uiteenlopende klimaatscenario’s. In deze scenario’s worden plausibele toekomstige klimaatomstandigheden geschetst en wordt ook rekening gehouden met de gevolgen voor bedrijven van maatregelen om de klimaatverandering te beperken, zoals koolstofbelastingen. De scenario’s van de ECB zijn gebaseerd op die van het netwerk voor vergroening van het financiële stelsel, maar zijn aangepast om een duidelijker beeld te geven van het verband tussen fysieke en transitierisico’s.
In het ordelijke scenario wordt uitgegaan van tijdig en effectief klimaatbeleid, waarmee het lukt de opwarming een halt toe te roepen. In het broeikasscenario wordt verkend wat er gebeurt als er geen nieuwe klimaatmaatregelen worden genomen. Dit scenario gaat gepaard met een zeer sterke stijging van de fysieke risico’s op (middel)lange termijn. In het wanordelijke scenario wordt verkend wat er gebeurt als klimaatbeleid eerst wordt uitgesteld en dan abrupt wordt ingevoerd.
Bij deze drie scenario’s hoort een unieke dataset waarmee voor miljoenen bedrijven over de hele wereld de fysieke en transitierisico’s in kaart gebracht en gekwantificeerd zijn. Samen leveren ze de context voor een analyse van de effecten van klimaatverandering op bedrijven en banken.
Uit de eerste resultaten blijkt dat, als er verder geen klimaatmaatregelen worden genomen, bedrijven geconfronteerd worden met substantieel hogere kosten als gevolg van extreme gebeurtenissen. Uit de resultaten blijkt ook dat snel maatregelen nemen loont: de kosten van groene aanpassingen op korte termijn zijn aanzienlijk lager dan de kosten van eventuele natuurrampen op (middel)lange termijn. Klimaatverandering is dus een belangrijke bron van systeemrisico’s, vooral voor banken met portefeuilles waarin bepaalde economische sectoren en geografische gebieden oververtegenwoordigd zijn.
Uit deze resultaten komt duidelijk naar voren dat het dringend noodzakelijk is om de overgang naar een groenere economie te maken, niet alleen om de doelen van het akkoord van Parijs te halen, maar ook om op lange termijn verstoringen van onze economie, bedrijven en manier van leven te beperken.
Luis de Guindos, vicepresident van de ECB
Dit opiniestuk is verschenen in: De Tijd (België), Stockwatch.com.cy (Cyprus), Kauppalehti (Finland), L’Agefi (Frankrijk), Börsen-Zeitung (Duitsland), Kathimerini (Griekenland), Il Sole 24 Ore (Italië), El Economista (Spanje) en is overgenomen van de website van ECB.