Binnenkort is de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) een feit. Althans, de eerste stap. Is de SFDR een vloek of een zegen?
Honderden, misschien wel (tien)duizenden professionals in en rond onze sector zijn de afgelopen maanden bezig geweest om een stuk wetgeving, dat qua snelheid van implementatie zijn weerga niet kent, te begrijpen en – zo goed en kwaad als dat ging – te implementeren.
Een ‘chaos’ kopte Het Financieele Dagblad onlangs over dit implementatieproces. Een kop waar ik mij wel in kan vinden: definities zijn inderdaad niet allemaal even helder, veel details ontbreken nog, evenals bepaalde duurzaamheidsdata die door bedrijven moeten worden gepubliceerd.
Omkatten van fondsen
Toch moeten we als sector duurzame doelstellingen formuleren, althans als we een artikel 9 product aanbieden, en dienen we aan beleggers aan te geven hoe we deze doelstellingen gaan realiseren. Wat dat betreft lijkt de SFDR een kleine vloek te zijn die ons overkomt. Tegelijkertijd is het wat mij betreft ook een soort van zegen.
Duurzaam beleggen is ‘hot’: het is een aantrekkelijk segment geworden voor veel aanbieders van financiële producten. Geld stroomt en masse van niet-duurzame naar duurzame fondsen, zo blijkt uit cijfers van Morningstar.
Je lijkt als fondsaanbieder wel gek als je niet op die trend inspeelt. Een ‘duurzaam’ of ‘sustainable’ fonds is zo gelanceerd: je sluit wat sectoren uit, voegt het woordje sustainable toe aan de fondsnaam, plaatst een foto van een groene boom op je website en klaar is Kees. Dit ‘omkatten’ van fondsen blijkt een van de belangrijkste drivers te zijn van de exponentiële groei van het aantal duurzame fondsen, aldus (wederom) Morningstar.
Licht tintje groen
Maar hoe duurzaam zijn deze fondsen? Uiteraard heb ik niets tegen het verwijderen van een aantal vervuilende sectoren uit portefeuilles. Daar ben ik zelfs voor. Maar het is wel een heel licht tintje groen dat je daarmee aan een fonds geeft.
Een stootje, of kritische vraag, en het lichtgroene laagje vernis verdwijnt als sneeuw voor de zon. En de donkergrijze smurrie eronder wordt meteen zichtbaar. Greenwashing wordt dit ook wel genoemd. En laat de Europese Commissie daar nou genoeg van hebben. Terecht. Want greenwashing is niets anders dan volksverlakkerij en heeft niets, maar dan ook niets, met duurzaam beleggen te maken.
Ik wil hier niet te veel voor eigen parochie preken of aangeven wat duurzaam beleggen nu echt behelst. Ik denk dat wij daar als fondshuis – sinds onze oprichting in 1993 – al veel over hebben gezegd en geschreven.
Heilige graal?
Ook wil ik hier niet betogen dat de SFDR de heilige graal is die het kaf van het koren gaat scheiden als het gaat om duurzaam beleggen en dat beleggers vanaf 10 maart nu precies weten welke fondsen echt duurzaam zijn en welke niet.
Daarvoor biedt de informatie die vanaf die dag op de websites van fondshuizen gepubliceerd moet worden nog te veel ruimte. Wat ik wel wil betogen, is dat de invoering van de SFDR een enorme stap is. De SFDR is cruciaal voor het daadwerkelijk verschuiven van kapitaalstromen van vervuilende bedrijven naar (echt) duurzame beleggingen.
Daar is deze wetgeving onder meer voor bedoeld. En dat is wat mij betreft echt een zegen.
Door San Lie, Head of Portfolio Management bij ASN Beleggingsfondsen
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van Financial Investigator