Toen Elon Musk in januari de twee woorden ‘Use Signal’ tweette, won het aandeel van het bedrijf Signal Advance Inc. ruim 5,000%. Musk doelde natuurlijk op de WhatsApp-concurrent Signal, niet op het gelijknamige bedrijfje in medische detectieapparatuur. Het aandeel Zoom Technologies, de bijna-naamgenoot van de bekende videodienst Zoom Video Communications, ontplofte toen thuiswerken vorig jaar de norm werd. Zoom Technologies steeg op de beurs ineens van $3 naar $20. En talloze typefoutjes door beurshandelaren stuwen de koers van Tiziana Life Sciences. Tiziana, op de beurs genoteerd als TLSA, lift lekker mee op het succes van Tesla, ofwel TSLA.
Beleggen is dus nog gewoon handwerk, blijkt maar weer. Ondanks de enorme groei van passieve strategieën in de laatste jaren. Bij passief beleggen wordt in een marktportefeuille belegd, in tegenstelling tot actief beleggen waarbij de belegger zelf een portefeuille samenstelt. Een voordeel van passief beleggen is de lage kosten. Een groot nadeel is dat passief beleggen en duurzaamheid niet altijd samengaan. Zelfs niet als je een hele strenge ESG-screening in je passieve portefeuille uitvoert, zoals PME dat doet.
Ik zal een voorbeeld geven. Vorige maand bleek ineens dat Philips uit onze passieve beleggingsportefeuille valt vanwege een te lage ESG-score. Philips zie ik na Unilever en DSM toch als een veelbelovende duurzame koploper in Nederland. En dat bedrijf voldoet niet aan onze minimumeisen?
Dat zit zo. MSCI, het onderzoeksbureau waar PME de ESG-informatie inkoopt, heeft de berekening van ESG-scores aangepast. Met een relatief grote impact op Philips, dat daardoor een paar plekken daalt op de ESG-ladder. Er zijn ongetwijfeld goede redenen voor een dergelijke aanpassing, maar feit is dat Philips niet ineens een minder goed bedrijf is geworden. De manier waarop de onderneming wordt beoordeeld is alleen veranderd.
Philips is inmiddels uit onze passieve aandelenportefeuille verwijderd. Als je een grens trekt, moet je je daaraan houden toch? Maar dat roept wel de vraag op hoe afhankelijk we willen zijn van deze grillige ESG-scores. Zou hier, als we het toch over handwerk hebben, niet een menselijk oordeel aan te pas moeten komen? Want welke andere duurzame subtoppers halen onze drempel niet, en welke bedrijven met een hoger ESG-risico zijn de screening juist wel doorgekomen?
In slechts een enkel geval grijpen we handmatig in bij de samenstelling van onze passieve beleggingsportefeuille. Door bijvoorbeeld in 2018 ExxonMobil uit te sluiten omdat het bedrijf niet met ons in dialoog wilde. Of door Saudi Aramco al voor diens beursgang in 2019 op de uitsluitingslijst te zetten omdat we het bedrijf simpelweg niet in de portefeuille willen hebben.
ExxonMobil en Saudi Aramco sloten we beide uit om zo ons ESG-risico te beheersen, niet om duurzaamheidskansen te benutten. Zo bezien zijn we er eigenlijk nog steeds op gericht om minder onverantwoord te beleggen, niet om meer verantwoord te beleggen. Dat is een belangrijk verschil, en gaat over het maken van de juiste keuze. Zouden we niet ook eens moeten ingrijpen om een duurzame koploper zoals Philips het voordeel van de twijfel te geven? Die keuze is uiteindelijk aan ons, niet aan een ESG-onderzoeksbureau.
Daan Spaargaren, Strateeg Verantwoord Beleggen bij PME Pensioenfonds