Deze week wierp Tariq Fancy, voorheen chief investment officer for sustainable investing bij vermogensbeheerder BlackRock, een interessante discussie op in het FD. Hij stelt dat duurzaam beleggen vooral marketing is en geen effect heeft op de klimaatcrisis.
Daarbij maakt hij een belangrijke denkfout. Het werkelijke probleem zijn de mensen die het vermogensbeheer uitvoeren. Ondanks dat EU-wetgeving beheerders dwingt hun verantwoordelijkheid te nemen, doen veel beheerders en aanbieders (waaronder banken) alles om zich aan de essentie van duurzaam beleggen te onttrekken.
Het labelen van beleggingsfondsen als ‘lichtgroen’ of ‘donkergroen’ is bedoeld om de consument eenvoudig te laten beoordelen of het product ook echt aan de verwachting voldoet. Het is aan ons fondsaanbieders om te zorgen dat zo’n product daadwerkelijk de groene belofte waarmaakt. Investeringen kunnen gepaard gaan met negatieve impact, maar je moet altijd zoeken naar en beleggen in oplossingen waarmee we uiteindelijk in balans komen met de aarde.
‘Wetgeving is nodig vanuit het principe ‘de vervuiler betaalt’. Maar nu betaalt de belastingbetaler steeds opnieuw de kosten voor milieuschade.’
Fancy stelt dat je het tegengaan van klimaatverandering niet aan de vrije markt kunt overlaten. Dit kan wel degelijk, op voorwaarde van wetgeving (met handhaving) vanuit het principe ‘de vervuiler betaalt’. Wat zou er gebeuren als de NAM verantwoordelijkheid neemt voor de schade die zij veroorzaakt in Groningen? Of als Shell de door olie vervuilde gebieden zelf gaat schoonmaken? In een vrije markt zouden fossiele brandstoffen dan zo duur worden dat we zouden schreeuwen om duurzame alternatieven als wind- en zonne-energie.
In plaats daarvan neemt nu de samenleving steeds opnieuw de kosten voor (milieu)schade op zich. Het zijn niet de olieraffinaderijen die nu betalen voor het op deltahoogte brengen van onze dijken, maar de belastingbetalers. De waterstofeconomie komt daardoor niet van de grond, terwijl het een prachtige kans was geweest voor beleggers en pensioenfondsen als zij nu al hadden kunnen investeren in de bedrijven en de infrastructuur die aan die toekomst bijdragen.
In één ding ben ik het wel met Fancy eens: de consument denkt straks dat alles wel goed komt als we allemaal duurzaam beleggen. Helaas is dit niet zo. Dit komt niet doordat duurzaam beleggen niet werkt, maar doordat wij als fondsenindustrie veel van onze fondsen duurzaam hebben verklaard terwijl er onderliggend niets is veranderd.
Dat zou de industrie zichzelf moeten aanrekenen, in plaats van het af te schuiven op duurzaam beleggen.
Bas-Jan Blom, directeur ASN Beleggingsfondsen
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Het Financiële Dagblad