Banken hebben in het Klimaatcommitment afgesproken om het CO2e-gehalte van hun portefeuilles te meten, te rapporteren en te verlagen. Voor meer duidelijkheid over de consistentie en vergelijkbaarheid van de rapportages, is inzicht nodig in welke initiatieven en meetmethoden Nederlandse banken hanteren, aldus Bas Metz van de Nederlandse Vereniging van Banken. Het vandaag gepubliceerde rapport geeft dat inzicht.
Wat is de aanleiding om met dit rapport te komen?
Bas Metz: “Het is voor de meeste mensen moeilijk in te schatten of – en hoe – de rapportages over het CO2e-gehalte van banken onderling te vergelijken zijn. Banken rapporteren immers allemaal individueel en op hun eigen manier. Dit rapport hebben we in samenwerking met Guidehouse opgesteld. Het geeft duidelijkheid hoe de CO2e-gehaltes van banken geïnterpreteerd en onderling vergeleken kunnen worden.”
Waarom is vergelijkbaarheid zo ingewikkeld?
Metz: “Banken verschillen onder andere in de samenstelling van hun portefeuilles, in welke landen en sectoren ze actief zijn en welke meetmethoden en indicatoren ze gebruiken. Iedere bank is anders en dat maakt vergelijken complex. Intussen zijn er veel initiatieven ontstaan om te meten, te sturen en te rapporteren in lijn met het Parijsakkoord. Deze initiatieven zijn complementair en worden vaak gecombineerd, om als bank een completer beeld te kunnen geven van de CO2e-uitstoot en -reductie.”
Hoe is het rapport opgezet?
Metz: “Er is in kaart gebracht welke initiatieven en meetmethoden banken gebruiken. De scope van de analyse omvat tien Nederlandse banken, drie verschillende emissie-indicatoren en acht verschillende initiatieven. Dat geeft de lezer handvatten om te begrijpen hoe de rapportages van banken zich tot elkaar verhouden. Het rapport geeft ook meerdere aanbevelingen om de onderlinge vergelijkbaarheid te vergroten.”
Wat houden die aanbevelingen voor banken in?
Metz: “Samen met de overheid kunnen we de databeschikbaarheid en toegankelijkheid tot bestaande databronnen verbeteren. Een andere aanbeveling is om op sectorniveau te rapporteren en daarbij een standaardclassificatie te gebruiken. Tenslotte bestaat er geen uniforme manier van rapporteren, al vinden daar doorlopend verbeteringen in plaats, waarbij aanbevolen wordt om standaardisatie in vormgeving en presentatie van CO2e-gehaltes te verkennen. Dit zijn waardevolle aanbevelingen waar ik samen met de banken vervolg aan ga geven.”