De Europese toezichthouders (ESA’s) zijn druk bezig op het gebied van ESG. In juni publiceerden ze nieuwe rapporten waarin ze oproepen tot meer toezicht en betere marktpraktijken op het gebied van duurzaamheidsclaims. In deze verslagen herhalen ESMA, EBA en EIPOA de gemeenschappelijke interpretatie op hoog niveau van greenwashing als ‘’een praktijk waarbij duurzaamheidsgerelateerde verklaringen, acties of mededelingen het onderliggende duurzaamheidsprofiel van een entiteit, een financieel product of financiële diensten niet duidelijk en eerlijk weerspiegelen’’. Deze praktijk kan misleidend zijn voor consumenten, beleggers of andere marktdeelnemers. De ESA’s benadrukken nogmaals dat financiële marktpartijen de verantwoordelijkheid hebben om duurzaamheidsinformatie te verstrekken die eerlijk, duidelijk en niet-misleidend is.
In het vervolg van dit artikel somt Klaske Beyer, consultant bij Projective Group, op welke tekortkomingen de ESA’s hebben geïdentificeerd, en geeft ze voorbeelden van greenwashing in de praktijk.
4 principes
In deze rapporten wordt greenwashing uitgelegd aan de hand van 4 principes:
- Principe 1: Duurzaamheidsclaims moeten nauwkeurig en accuraat zijn en een getrouwe weergave geven van het algemene profiel en bedrijfsmodel, of van het profiel van de product(en).
- Principe 2: Duurzaamheidsclaims moeten worden onderbouwd. Deze claims moeten onderbouwd kunnen worden met duidelijke argumenten, feiten en processen
- Principe 3: Duurzaamheidsclaims en de onderbouwing ervan moeten toegankelijk, duidelijk en begrijpelijk zijn voor de belanghebbenden.
- Principe 4: Duurzaamheidsclaims moeten actueel worden gehouden en elke materiële verandering moet tijdig en met een duidelijke reden worden bekendgemaakt.
Op basis van deze principes hebben de ESA’s enkele tekortkomingen geïdentificeerd:
- inconsistenties tussen marketingmateriaal en informatie onder SFDR;
- gebrek aan informatie over bestaande procedures en controles;
- gebrek aan informatie over bindende elementen van de beleggingsstrategie, data en databeperkingen;
- inconsistentie tussen marketingmateriaal en precontractuele informatie onder SFDR;
- misleidende praktijken met betrekking tot fondsnamen, processen en governance die de integratie van ESG factoren in risk management zouden waarborgen.
Greenwashing voorbeelden
Enkele voorbeelden van greenwashing met betrekking tot de SFDR:
- Een product als groen/duurzaam op de website zetten, ook al heeft het product zelf die eigenschappen niet.
- Beweren dat je duurzaam belegt door alleen te beleggen in artikel 8 producten onder de SFDR. Dit wordt als misleidend ervaren voor consumenten, omdat artikel 8 SFDR geen daadwerkelijke zekerheid biedt over de mate van duurzaamheid.
- Je beleggingsfondsen promoten als groen/ESG/duurzaam op de website, terwijl er een gebrek is aan informatie over deze fondsen en/of hun ontwikkelaar in overeenstemming met de relevante bepalingen van de SFDR.
- Het aanprijzen van een fonds als een fonds dat een meetbaar effect heeft op het reduceren van CO2, en communiceren dat beleggers een meetbare ecologische bijdrage zouden leveren door in het fonds te beleggen, zonder de klant te informeren over hoe de berekening wordt uitgevoerd en zonder de berekeningsmethode op een voldoende duidelijke en begrijpelijke manier te beschrijven.
Uit het bovenstaande blijkt dat ESG jou én de toezichthouders bezighoudt. Niet alleen moeten je uitingen en marketingmaterialen duidelijk, eerlijk en niet-misleidend zijn, maar je moet ook beschikken over een adequate governance, processen en controles om greenwashing te voorkomen.