Wat verwacht de AFM?
De AFM verwacht dat ondernemingen die nu nog niet voldoen aan de basisvereisten (level 1) van de SFDR, per direct actie ondernemen om hier op korte termijn aan te voldoen. Ondernemingen die onvoldoende inspanningen leveren om hieraan te voldoen, zullen worden aangesproken. Daarnaast hecht de AFM veel waarde aan de informatie die wordt verstrekt met de gestandaardiseerde templates en verwacht dat alle ondernemingen in scope deze gebruiken. De kwaliteit en betrouwbaarheid van de duurzaamheidsinformatie is namelijk essentieel voor beleggers om passende financiële producten te selecteren.
De resultaten van het self-assessment zijn gebaseerd op zelfrapportage door ondernemingen. Dit betekent dat de AFM geen onafhankelijk onderzoek heeft gedaan naar de juistheid van de gegeven antwoorden. De focus van het onderzoek lag op de aanwezigheid van verplichte rubrieken, lay-out en begrijpelijkheid van informatie. Verder is in het self-assessment vooral gevraagd of bepaalde informatie aanwezig is en of bepaalde processtappen zijn uitgevoerd. Het rapport geeft geen inzicht in de kwaliteit van de informatie of de uitvoering. De screening van de templates richt zich alleen op hoe ze zijn ingevuld. Of de daarin verstrekte informatie, zoals bijvoorbeeld de gevolgde beleggingsstrategie, overeenkomt met wat het bedrijf in de praktijk uitvoert, was geen onderdeel van dit onderzoek.
In dit artikel bouwen wij voort op de belangrijkste bevindingen van de AFM ten aanzien van de SFDR precontractuele templates en geven wij concrete handvatten mee voor het invullen hiervan. Tot slot, praten we je bij over de laatste ontwikkelingen rondom de SFDR templates.
Precontractuele productinformatie en het template (Bijlage II & III)
Volgens de AFM gaat het gebruik van het template voor precontractuele informatie over het algemeen goed. De gepresenteerde informatie in het template voldoet echter niet altijd aan de gestelde voorwaarden. Uit het AFM-rapport komt naar voren dat de verschafte informatie vaak nog moeilijk te begrijpen is. Dit komt onder meer door te vaag en/of te algemeen taalgebruik. Ook voldoet de presentatie van deze informatie soms niet aan de gestelde vereisten, of het template is niet terug te vinden op de website van de onderneming.
De resultaten van het self-assessment laten zien dat een groot deel van de ondernemingen zich niet committeren aan het doen van duurzame beleggingen binnen hun producten met duurzame kenmerken (Artikel 8). Zij rapporteren vaak een minimum percentage van 0% of geven aan geen data te hebben om dit te kunnen vaststellen. Gebrek aan data mag er echter niet toe leiden dat ondernemingen geen minimum percentage aan duurzame beleggingen opgeven in de precontractuele informatie. De AFM moedigt ondernemingen aan om voortdurend data te verzamelen en te evalueren om het aandeel duurzame beleggingen vast te stellen en bij te houden. Dit is een belangrijk gegeven voor beleggers die in het financiële product geïnteresseerd zijn.
In deze video leggen we uit hoe het template voor precontractuele productinformatie Level II SFDR moet worden ingevuld.
Handvatten voor het invullen van een precontractueel templates
De AFM verwacht van ondernemingen dat de precontractuele informatie in de templates correct, duidelijk, niet-misleidend en evenwichtig is. De AFM Leidraad duurzaamheidsclaims biedt richtsnoeren om ervoor te zorgen dat duurzaamheidsgerelateerde informatie aan deze normen voldoet.
Om ondernemingen te helpen, heeft de AFM handvatten en voorbeelden opgenomen in het onderzoeksrapport. Hoewel deze handvatten voor de hand lijken te liggen, zien wij in de praktijk dat het vaak genoeg verkeerd gaat. Goed om dus rekening te houden met deze handvatten. Hieronder lichten we een aantal punten toe.
Presentatie van informatie
- Houd de opmaak van het template zoveel mogelijk aan. Pas alleen de lettergrootte, lettertype en kleuren aan.
- Handhaaf de volgorde en voeg geen koppen toe. Verwijder subrubrieken die niet van toepassing zijn. Dit is ook bedoeld om de vergelijkbaarheid van sjablonen voor de belegger te bevorderen. Als er een andere volgorde van rubrieken wordt aangehouden, is deze minder snel herkenbaar en moeilijker te vergelijken voor de belegger.
- Gebruik de voorgeschreven grafieken, tabellen en andere visualisaties om gegevens overzichtelijk en begrijpelijk te presenteren. Dit zorgt ervoor dat de beleggers verschillende producten makkelijker kan vergelijken.
- Vink (bovenaan) het template de juiste opties aan. Dit lijkt logisch, maar in de praktijk blijkt toch vaak dat het verkeerde vinkje wordt gezet.
Informatie in de rubrieken
- Formuleer zo concreet mogelijk wat de duurzame kenmerken of doelstellingen zijn. Het komt nog regelmatig voor dat de beschrijvingen van de duurzame kenmerken of doelstellingen te breed of algemeen zijn. Dergelijke beschrijvingen geven de belegger te weinig inzicht hoe een product invulling geeft aan de duurzame kenmerken of doelstellingen. Het is dus niet toegestaan om algemene bewoordingen te gebruiken, zoals het bijdragen aan de SDG’s
- Gebruik relevante duurzaamheidsindicatoren om prestaties te meten. Dit betekent dus dat je duurzaamheidsindicatoren moet selecteren die relevant zijn om de prestaties van de duurzame kenmerken of doelstellingen te meten. De duurzaamheidsindicatoren hangen daarom af van de duurzame kenmerken of doelstellingen van een product. Ook is het hier belangrijk om indicatoren te selecteren en deze zo concreet mogelijk te maken door aan te geven wat je precies meet, bijvoorbeeld het percentage vermeden Co2 -uitstoot.
- Gebruik betrouwbare en verifieerbare bronnen. Ook hier geldt dat het belangrijk is dat de duurzaamheidsclaims van het product aangetoond kunnen worden. Maak dus gebruik van bronnen die gebruikt kunnen worden om de duurzaamheidsprestaties van het product te kunnen meten.
- Zorg ervoor dat de precontractuele en periodieke templates op elkaar aansluiten.
Begrijpelijkheid van informatie
- Vermijd vage termen en geef concrete voorbeelden (Leidraad duurzaamheidsclaims kan als checklist dienen). Bewoordingen zoals ‘soort van’, ‘zoveel mogelijk’, ‘sectoren die niet als duurzaam bekend staan’ zijn te vaag en maken het niet duidelijk waar een product zich committeert. Ook maken vage termen het moeilijk om te meten in hoeverre de duurzaamheidsprestaties zijn behaald. Daarnaast bevordert dit ook niet de begrijpelijkheid voor de belegger.
- Formuleer heldere en concrete “bindende elementen” met passende ESG-indicatoren om deze te meten. Er mogen in de precontractuele template alleen elementen staan waar het product zich minimaal aan committeert. Als een element overschreden mag worden, dan is dat geen bindend element en mag dat niet in de template staan.
- Borg dat alle relevante informatie in het template staat. Het is de bedoeling dat een belegger alle relevante informatie in het template kan vinden en niet dat hij nog aanvullende informatie nodig heeft om een weloverwogen beleggingsbeslissing te nemen. Doorverwijzingen naar andere documenten zijn daarom alleen toegestaan als alle relevante informatie in het template staat.
Website
- Plaats de templates op de website. Dit moet op een openbare website. Vaak worden de precontractuele en periodieke templates niet op de openbare website geplaatst. Dit zien we vaak bij maatwerk vermogensbeheerportefeuilles of beleggingsfondsen die niet aan het publiek worden aangeboden, maar ook in dergelijke gevallen moeten de templates worden gepubliceerd. De AFM heeft aangegeven dat bij vermogensbeheerportefeuilles er eventueel ook op basis van een modelportefeuille gerapporteerd kan worden.
Update regelmatig om te blijven voldoen aan nieuwe en veranderede regelgeving en marktomstandigheden. Stel een proces op waarin de periodieke review van duurzaamheidsinformatie wordt geborgd. Ook kan hier worden geborgd dat de marketinguitingen in lijn zijn met duurzaamheidsinformatie.
Dinand Jansen en Yu Sum Man, Projective Group