COVID-19 heeft het beleid voor verantwoord ondernemen op de proef gesteld. Sinds de uitbraak van de pandemie is er meer aandacht gekomen voor de manier waarop bedrijven omgaan met hun klanten, werknemers, leveranciers en andere belangrijke stakeholders- niet op papier, maar in de praktijk.
De kledingsector heeft bijvoorbeeld te maken gehad met een abrupte en ongekende afname van commerciële activiteiten als gevolg van blokkades over de hele wereld, waardoor internationale kledingmerken en hun belanghebbenden in de toeleveringsketens enorm onder druk kwamen te staan. Aangezien sommige merken bestellingen annuleerden en de betalingstermijnen verlengden, volgden banenverlies voor duizenden arbeiders, zoals blijkt uit de recente wereldwijde werkloosheidcijfers. Kledingarbeiders in producerende landen lopen het meeste risico, gezien hun beperkte toegang tot sociale vangnetten en financiële middelen om deze onzekere periode te doorstaan.
De vraag voor merken is nu of ze prioriteit moeten geven aan rendementen voor aandeelhouders of dat ze zich moeten concentreren op het beschermen van hun werknemers en de langdurige relaties met hun leveranciers. Sommige beleggers hebben merken aangemoedigd zich te verzetten tegen drastische maatregelen op de korte termijn en zich vooral te concentreren op de bedrijfsstrategie op lange termijn. Door actieve betrokkenheid in bedrijven, door middel van engagement, kunnen beleggers in deze buitengewone tijden zinvolle actie ondernemen en waarde creëren voor alle stakeholders.
Narina Mnatsakanian, Director Impact & Responsible Investment bij Kempen Capital Management