De klimaattop zit erop. Natuurlijk was een van de belangrijkste doelen in Dubai het terugdringen van fossiele brandstoffen. Maar er is meer nodig om de opwarming van de aarde niet verder dan 1,5 graad te laten oplopen. Thema’s als ons voedselsysteem en natuurlijke oplossingen stonden ook hoog op de agenda. In dit blog vertelt Aaron Vermeulen, Practice Leader Finance van WWF Internationaal, over zijn deelname aan de top in Dubai en de rol van groen financieren.
Ook deze COP ging het weer veel over geld. Geld voor het klimaat. En het vooral het gebrek eraan. Eén van de onderwerpen die sinds de top in 2009 steeds terugkomt is de belofte van rijke landen om kwetsbare landen 100 miljard dollar te betalen. Dit geld is bedoeld om ze te compenseren voor de hoge uitstoot van rijke landen in de afgelopen eeuw en kwetsbare landen in staat te stellen zich aan te passen aan de effecten van klimaatverandering en te investeren in duurzame energie.
Goed nieuws op de eerste dag was dat een bedrag van 700 miljoen werd toegezegd voor het zogenoemde “loss and damage fund”. Het slechte nieuws was dat dit slechts 0.2 % is van wat arme landen jaarlijks nodig hebben. Het investeringstekort voor duurzame ontwikkeling en klimaat in kwetsbare landen bedraagt in 2030 4,5 biljoen dollar. Dus 45 keer meer dan waar honderden landen nu al een aantal toppen over doen om dit bij elkaar te krijgen. Daarom blijft het een terugkerend onderwerp waar niet alleen overheden zich druk om maken. De private sector, de banken en investeerders moeten aan het werk om hun investeringen in lijn te brengen met een 1,5 graden Celcius-scenario en de achteruitgang van natuur te stoppen in 2030. Gek genoeg werd hier weinig over gesproken in Dubai. Dit terwijl in artikel 2.1c van het Parijsakkoord, dat beschouwd wordt als een van de meest belangrijkste artikelen van dat akkoord, het in lijn brengen van de financiële stromen met het klimaatdoel expliciet beschreven staat.
Rol van de ‘non-state actors’
Ook dit jaar, is er weer druk onderhandeld over de voortgang van het verminderen van de CO2-uitstoot en de betaling aan ontwikkingslanden. Met als belangrijkste resultaat dat voor het eerst werd afgesproken de hoeveelheid fossiele energie af te gaan schalen. Een groot deel van de 100.000 deelnemers waren ondertussen in gesprek en plannen aan het maken over de bovengenoemde “4.5 trillion dollar question”. Ik hoop dat die 100.000 mensen een beweging in gang zetten want in onze economie zijn honderden miljarden euro’s in omloop. Geld dat komt van banken, verzekeraars en pensioenfondsen. Wat als financiële instellingen al dit geld op een duurzame en groenere manier zouden investeren? Het hoeft niet heel complex te zijn:
Ten eerste: de mogelijkheden zijn groot. Investeringen die bijdragen aan natuurherstel dragen namelijk ook bij aan het oplossen van het klimaatprobleem. Door herstel van bossen, moerassen en andere ecosystemen wordt CO2 opgeslagen en kan lokale bevolking zichzelf beter beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering (adaptatie). Herstel van de natuur heeft niet alleen positieve effecten op het klimaat, maar levert ook andere ecosysteemdiensten: zoals drinkwatervoorziening en voedselproductie. Op de klimaattop heeft het Wereld Natuur Fonds onder andere allianties gesmeed met bedrijven, financiële instellingen en andere betrokken partijen om projecten met een verdienmodel en positieve impact op natuur en klimaat van de grond te krijgen.
Ten tweede: we hebben al heel veel ervaring met deze groene duurzame manier van financieren. Het is een kwestie van wennen, aanpassen en een portie lef. Banken en investeerders zijn immers vaak huiverig in het investeren in bedrijven in het zuidelijk halfrond vanwege de financiële risico’s. Larry Fink, de CEO van Blackrock, ‘s werelds grootste vermogensbeheerder, zegt hierover: “De architectuur van de financiële sector is niet geschikt voor investeringen in het zuidelijk halfrond”.
Dit is een gemiste kans, omdat veel van de bedrijven in deze regio (denk aan duurzame landbouw) kunnen bijdragen aan de mondiale natuur en klimaatproblematiek. Daarom is het financieel instrument blended finance bedacht waarin publiek en privaat geld slim wordt gecombineerd en risico’s worden verminderd. Bij blended finance investeren zowel private financiers als ontwikkelingsbanken. De ontwikkelingsbanken gebruiken daarvoor overheidsgeld en verminderen daarmee het risico voor private investering van (lokale) commerciële banken. Op deze manier kan je met 1 euro investering van de overheid (die wel terugbetaald moet worden), 1 of meerdere euro’s privaat geld mobiliseren. Blended finance wordt als een van de kansen gezien om het investeringsgat voor klimaat en natuur te dichten.
Helaas blijft ook blended finance steken in de miljarden en haalt het nog niet de schaal van de biljoenen die we nodig hebben. WWF, SNV, CFM en FMO (de Nederlandse ontwikkelingsbank) hebben daarom 4 jaar geleden samen het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) opgericht om schaalbare klimaatoplossingen van de grond te krijgen. Deze aanpak heeft inmiddels velen geïnspireerd. Zo werd op de COP een vergelijkbaar initiatief gelanceerd door de Asian Development Bank met de Nature Financing Initiative. Ook is samen met WWF en andere private en publieke partijen de Mangrove Breakthrough gelanceerd om 2 miljard dollar te mobiliseren om de achteruitgang van mangrove bossen te stoppen.
Al met al kwam ik met een optimistisch gevoel thuis vanuit Dubai. Waarom? Omdat de thema’s natuur en klimaat vaker aan elkaar gekoppeld worden en daarmee integrale oplossingen kunnen worden bedacht. En omdat ik heel veel mensen heb gesproken die hard werken aan het mobiliseren van meer privaat geld ten gunste van klimaat en natuur.
Aaron Vermeulen, Global lead Green Finance Wereld Natuur Fonds