In een vilein opiniestuk in USA Today neemt Tariq Fancy, voormalig hoofd duurzaam beleggen bij BlackRock, duurzame beleggers de maat. Fancy vindt duurzaam beleggen een groene fabel, het helpt niet tegen klimaatverandering en het levert volgens hem geen cent meer op dan traditioneel beleggen. Duurzaam beleggen is een maatschappelijk placebo dat de echte oplossing voor de grote problemen in de weg staat, lichtte hij bij CNBC toe. Heeft Tariq Fancy een punt?
Ja, maar daarvoor moeten we wel direct tot de kern komen. Fancy heeft het niet over duurzaam beleggen, ondanks de ronkende kop boven een FD-artikel deze week over de discussie. Duurzaam beleggen is beleggen in duurzame oplossingen. Fancy had ruim anderhalf jaar de tijd nodig om bij de Amerikaanse vermogensbeheerder BlackRock te ontdekken dat het meewegen van milieu, sociale en governance-informatie (ESG) nauwelijks een bijdrage levert aan het bestrijden van de klimaatcrisis. En dat komt kinderlijk naïef over voor iemand die zich tot voor kort Chief Investment Officer Sustainable Investing bij de grootste belegger ter wereld mocht noemen.
Wat Fancy in zijn artikel duurzaam beleggen noemt is in feite het meewegen van ESG-informatie bij het samenstellen van een beleggingsportefeuille. Op die manier kunnen milieu, sociale en governance-risico’s binnen de beleggingsportefeuille worden beperkt. Bedrijven zonder maatschappelijke antenne en met een bedenkelijk ondernemingsbestuur worden op die manier uit de portefeuille geweerd.
Is dat duurzaam? Daar zet ik grote vraagtekens bij. Zo kleven aan ESG-informatie allerlei nadelen. Een ESG-score geeft slechts een generiek beeld van een bedrijf omdat de score is opgebouwd uit talloze indicatoren. Grote kans dat een score niets zegt over materiële duurzaamheidsrisico’s voor een bedrijf. Het klimaatrisico kan bijvoorbeeld voor een olie- en gasbedrijf enorm zijn, maar een goed sociaal beleid en goed ondernemingsbestuur kunnen dat klimaatrisico binnen de ESG-score eenvoudig maskeren.
Daarnaast zijn ESG-scores grotendeels gebaseerd op publiek beschikbare informatie. In feite bepaalt het bedrijf dus zelf z’n ESG-score. Het bedrijf mag meestal ook nog feedback leveren op de analyse van een onderzoeksbureau. Bovendien wordt ESG-informatie vaak op sectorniveau toegepast. Een bedrijf met de beste ESG-score binnen de tabak sector produceert nog steeds sigaretten, en is daarmee niet duurzaam.
PME gebruikt ESG-scores om financiële risico’s binnen de aandelenportefeuille te beperken. Bedrijven met een gemiddelde onder de ESG-score komen niet in de portefeuille terecht. Naast de financiële risico’s verlagen we zo ook de kans dat we beleggen in bedrijven die onvoldoende aandacht besteden aan ESG. Maar dit zijn slechts kleine stapjes richting écht duurzaam beleggen, voor dat doel heeft het meewegen van ESG-informatie inderdaad maar weinig nut, zoals Tariq Fancy betoogt.
Beleggen in echt duurzame oplossingen wint aan terrein, bijvoorbeeld via impactbeleggen of door te kiezen voor bedrijven met een expliciet duurzame strategie. Maar beleggen in bedrijven die op grote schaal de aarde uitputten of hun medewerkers slecht behandelen is nooit duurzaam. Natuurlijk is het goed om met bedrijven het gesprek aan te gaan over misstanden. Maar de betrokkenheid bij deze bedrijven en diens praktijken is en blijft een bewuste keuze. Zonder dat aan te pakken blijft duurzaam beleggen een groene fabel.
Daan Spaargaren, Strateeg Verantwoord Beleggen bij Pensioenfonds PME
Dit blog is eerder gepubliceerd op de website van Pensioenfonds PME