Een klimaatpositieve beleggingsportefeuille vraagt om innovatief beheer. Daarom past ASN Impact Investors sinds 2022 de Implied Temperature Rise (ITR) toe: een meetmethode die inzicht geeft in de vorderingen die bedrijven maken om de klimaatdoelen van ‘Parijs’ te halen. Fondsmanager Marcel Blom en analist Milan Schut leggen uit hoe dit werkt.
Hoe belangrijk is ‘Parijs’ voor ASN Impact Investors?
Marcel Blom: ‘We willen al onze aandelenfondsen ‘Paris aligned’ krijgen, daar bedoelen we mee dat ze actief moeten bijdragen aan de doelstellingen uit het klimaatakkoord van Parijs. In 2015 spraken overheden daar af dat de temperatuurstijging als gevolg van de opwarming van de aarde door broeikasgassen deze eeuw ‘well below’ de 2 graden Celsius moet blijven. Elk bedrijf zal zijn steentje moeten bijdragen aan die ambitie, en dus zeker de ondernemingen in de portfolio van ASN Impact Investors.’
Hoe helpt de ITR jullie daarbij?
Milan Schut: ‘We sturen op die mondiale doelstelling, alleen is de vraag: hoe vertaal je die naar een
aandelenportefeuille en uiteindelijk naar het beleid van een individueel bedrijf? We verzamelen al zoveel mogelijk data die bedrijven over hun uitstoot verstrekken in hun (duurzaamheids)jaarverslagen. Die combineren we met externe databronnen en sinds vorig jaar is er een nieuwe, innovatieve meetmethode bijgekomen die ons helpt bij het koersen op de doelen van Parijs: de Implied Temperature Rise (ITR). Dat is een instrument van financieel databedrijf MSCI, bekend van de indexen, die het berekent. Het is echt een noviteit, waarmee MSCI onlangs de ESG Investing Award 2023 won, als Most Innovative ESG Product.’
Hoe wordt de ITR berekend?
Schut: ‘‘De ITR gaat uit van de totale hoeveelheid CO2 die we tot 2100 nog mogen uitstoten om de temperatuurstijging beperkt te houden tot 2 graden: het carbon budget. Dat wereldwijde budget wordt verdeeld over de 10.000 beursbedrijven die MSCI volgt, onder meer rekening houdend met de uitstoot van hun sectoren. Vervolgens kun je op bedrijfsniveau gaan kijken: hoe staat de uitstoot van een onderneming er op dit moment voor, en in welke mate zorgt het bestuur met klimaatbeleid voor de vermindering daarvan?’
‘Dat budget is te vertalen tot een bijdrage aan een mondiale hogere temperatuurstijging: de Implied Temperature Rise. Als een onderneming het goed doet, komt die ITR uit op ten hoogste 2 graden in 2100 en natuurlijk het liefst een stuk minder. Wij sturen op het tussendoel van maximaal 1,5 graad in 2050. Maar als de onderneming de uitstoot niet in lijn daarmee afbouwt, ‘overschrijdt’ zij het carbon budget. Voor een bedrijf dat bijvoorbeeld geen plan heeft om de uitstoot te beperken, wordt die uitstoot door MSCI doorgerekend naar de toekomst, op basis van de te verwachten omzetgroei. Voor een bedrijf dat verhoudingsgewijs echt slecht scoort, berekent MSCI dan bijvoorbeeld een ITR van 8 graden.’
En die temperatuurstijging biedt houvast aan fondsmanagers?
Blom: ‘Het is wetenschappelijk onderbouwd op basis van de projecties van het VN-klimaatpanel IPCC die worden doorvertaald op bedrijfsniveau naar de beste inzichten. De charme van dit nieuwe instrument is dat het heel intuïtief werkt. Het intuïtieve eraan is dat het per bedrijf is uitgedrukt in graden temperatuurstijging. Dus heel dicht bij de manier waarop het klimaatakkoord van Parijs de doelen heeft geformuleerd. Je krijgt meteen gevoel bij de prestaties van een onderneming als het gaat om iets wezenlijks waar we met de hele wereld naar streven: het tegengaan van global warming. Bovendien wordt niet alleen de eigen uitstoot van een bedrijf en zijn toeleveranciers meegerekend, maar ook de uitstoot die het gebruik van zijn producten veroorzaakt, de zogeheten scope 3 emissies, waar wij sowieso altijd al naar kijken.’
‘Voornemens van bedrijven zijn natuurlijk zeer wenselijk, maar het komt uiteindelijk aan op de uitvoering. De ITR is nog volop in ontwikkeling, maar biedt nu al een richtsnoer. Het legt alle bedrijven langs dezelfde meetlat. ‘
‘De grootste beursgenoteerde ondernemingen zijn steeds vollediger in het verstrekken van data en beleidsvoornemens rond hun emissies. Maar het rapporteren van scope 3-emissies is nog niet verplicht. Daarom moeten de analisten nog vaak schattingen maken aan de hand van de gemiddelde uitstoot van de sector waarin bedrijven actief zijn. Al met al is voor 95 procent van de beursbedrijven, ook de small- en midcaps, de ITR nu beschikbaar. En zonder meer voor de bedrijven die tot ons duurzame beleggingsuniversum zijn toegelaten.’
Is dit nu de perfecte meetmethode?
Blom: ‘We zouden graag zien dat de tijdslijn verkort wordt naar 2030, want de urgentie is hoger dan een tijdslijn tot 2100. Daarnaast blijft de volledigheid van de data een teer punt. Die berekende temperatuurstijging staat natuurlijk ook niet in steen gebeiteld, net als trouwens de eigen voornemens en voorspellingen van de bestuurders van bedrijven. Voornemens van bedrijven zijn natuurlijk zeer wenselijk, maar het komt uiteindelijk aan op de uitvoering. De ITR is nog volop in ontwikkeling, maar biedt nu al een richtsnoer. Het legt alle bedrijven langs dezelfde meetlat.
Schut: ‘MSCI actualiseert de scores zodra er nieuwe data voorhanden zijn. Ik stel elke maand de ITR van onze portefeuilles vast en we willen straks op een dashboard kunnen volgen hoe een bedrijf het door de tijd doet. Als de ITR bijvoorbeeld ineens sterk stijgt, gaan we echt vragen stellen.’
Blom: ‘Tot nu toe keken we met de instrumenten die we hadden om de prestaties te meten op het gebied van klimaat, biodiversiteit en mensenrechten vooral terug in de tijd. We passen onder meer de Impact Factor toe op onze portefeuille, en we zijn aangesloten bij de PCAF, het initiatief dat het rapporteren van emissiedata stimuleert. Maar ook dat geeft meer een beeld van de status quo.’
Leidt de ITR al tot ingrepen in de portefeuille?
Blom: ‘Als fondsmanagers verkennen we de mogelijkheden van de ITR. Hoe kunnen we dit inzetten? De potentiële bijdrage aan opwarming lijkt allereerst een goede aanleiding voor engagement met de bedrijven die duidelijk achterblijven.’ ‘De ITR schetst vooral het pad naar de toekomst. Als een bedrijf geen klimaatplan heeft, stemmen we sowieso tegen het beloningsbeleid van de directie. Maar nu kunnen we de effectiviteit van het klimaatbeleid ook beter toetsen en meenemen in ons engagement. Het is dan logisch dat we ons allereerst focussen op de bedrijven die ver boven die 2 graden uitschieten.’
‘Als een bedrijf geen klimaatplan heeft, stemmen we sowieso tegen het beloningsbeleid van de directie. Maar nu kunnen we de effectiviteit van het klimaatbeleid ook beter toetsen en meenemen in ons engagement.’
Maar werkt het uiteindelijk ook als rode kaart?
Schut: ‘Uiteindelijk zouden we het ook kunnen toepassen om de portefeuille te herwegen of zelfs bepaalde bedrijven die slecht scoren uit ons duurzame universum te verwijderen. Maar dan moet je wel denken aan een bestuur dat geen geloofwaardig klimaatplan kan overleggen en jaar na jaar de temperatuurstijging van 2 graden overschrijdt.’
Blom: ‘We zijn daar nu nog voorzichtig mee omdat de ITR nog wat finetuning behoeft. Maar zo zijn we het wel gewend met de stappen die we maken in duurzaam beleggen: als je voorop wilt lopen op dit gebied, kun je niet afwachten tot anderen de innovaties helemaal hebben doorontwikkeld.’