Laura van Geest, bestuursvoorzitter van de AFM, heeft gelijk wanneer ze EU-regelgeving rondom groene financiering een pijnloos instrument noemt. Maar engagement prefereren boven uitsluiting, ook dat kan leiden tot uitgestelde en pijnloze keuzes die het klimaat niet verder helpen.
Europese regelgeving blijft pijnloos instrument
De Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR), maar ook veel andere regelgeving met een groen doel, creëren veel papierwerk. Zo ook de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die vanaf 2024 wordt uitgerold. Onder deze Europese richtlijn moeten bedrijven verplicht over duurzaamheid rapporteren. Het geeft de belegger meer inzicht in het groene karakter van een bedrijf. Daarmee kunnen ze duurzamere keuzes maken, is de gedachte. Beleggers gebruiken de CSRD dan weer bij hun verplichting om te rapporteren in het kader van de SFDR. Een mooie stap voorwaarts, maar zoals Van Geest ook concludeert, het blijven pijnloze instrumenten. Het is mijn overtuiging dat de investeringsstroom van groen naar grijs verlegt moet worden. Met de regelgeving blijft het onduidelijk of er daadwerkelijk euro’s van de grijze naar de groene kant door rollen. Terwijl juist die doelstelling het grondbeginsel vormt van de Europese Green Deal, en ook van het Klimaatakkoord van Parijs. Beide beogen het verleggen van financiële stromen van vervuilende energie naar schone energie. Daarbij helpt de genoemde regelgeving wel, maar de impact ervan is zeer beperkt.
Engagement is pijnloos zonder stok
Dat Van Geest in haar betoog voor engagement pleit boven uitsluiting is jammer. Engagement gaat uit van het idee dat met praten de bedrijven waarin wordt belegd hun koers verleggen naar een duurzaam businessmodel. Dat klinkt aantrekkelijk, maar in de praktijk haalt het weinig uit. Het engagement-collectief CA100+ concludeerde dat van de 159 bedrijven waarmee 5 jaar lang is gepraat er niet één volledig voldoet aan de eis om te investeren te verleggen van grijs naar groen. Ook klimaatengagement kunnen we dus scharen onder de pijnloze instrumenten voor verduurzaming. Het verschaft beleggers vooral een alibi om te blijven beleggen in het oude energiesysteem, maar jaagt de energietransitie niet aan. Veel beleggers blijken net zo huiverig voor het zetten van grote stappen als de fossiele bedrijven waarin zij beleggen. Zo houden zij beiden een patstelling in stand die met makkelijke beleidskeuzes niet wordt doorbroken.
Wanneer Van Geest redeneert dat uitsluiting alleen werkt als het kapitaal schaars is voor het uitgesloten bedrijf, volgt voor mij de onvermijdelijke conclusie dat uitsluiting juist vaker moet gebeuren voordat bedrijven echt van richting veranderen. Aangezien je een euro maar een keer kan beleggen, verschuift met uitsluiting die euro wel van grijs naar groen. Het is de hoogste tijd om die omslag te maken. Want, in de woorden van Van Geest, zonder lastige keuzes komen we er niet.
Woke-beleggen bestaat niet
Voor pensioenfondsen en verzekeraars komt het uiteindelijk aan op de vraag in welke toekomst de euro’s worden belegd. Natuurlijk is de primaire doelstelling om aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Maar daarmee kan óók worden bijgedragen aan de broodnodige grote maatschappelijke transities. Daar ontstaat overigens wel weerstand, want beleggingskeuzes liggen tegenwoordig onder het vergrootglas.
Niet voor niets waarschuwde Mathijs Bouwman onlangs in deze krant voor de ‘barbaren aan de poort’. Oerconservatieve, vooral Amerikaanse politici, voeren een kruistocht tegen alles wat riekt naar woke-beleggen. Zij vinden klimaatverandering, groene energie en ESG, linkse hobby’s en vergelijken uitsluiting van bedrijven met een cancelcultuur. Het zou ten koste gaan van rendement. Dat is natuurlijk geenszins het geval. Pensioenfondsen streven naar rendement op de lange termijn en dat betekent risico’s afwegen en mitigeren. Dat is niet woke, maar gewoon een kwestie van gezond verstand.
Daan Spaargaren is senior strateeg verantwoord beleggen bij PME Pensioenfonds
Dit artikel is een onbewerkte versie van het in FD verschenen opinie-artikel.