Duurzaam beleggen in de Verenigde Staten
Het idee van duurzaam beleggen ontstond in de zeventiende eeuw in de Verenigde Staten toen de Quakers voor hun beleggingen een aantal bedrijven uitsloten die gebruik maakten van slavenarbeid. Deze voorlopers van duurzaam beleggen kregen eind 1900 navolging in het protestantse milieu in de Verenigde Staten. Christelijke ondernemers en beleggers wilden niet investeren in ondernemingen die geld verdienden met ‘zondige’ activiteiten, zoals alcohol, tabak, gokken of pornografie. Zij waren de eersten die bedrijven onderzochten en beoordeelden aan de hand van ethische criteria.
In de jaren zestig en zeventig ontstond in de Verenigde Staten discussie over de Vietnam-oorlog en het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Organisaties en instellingen die zich hiertegen verzetten, realiseerden zich dat ze met hun beleggingen mede-eigenaar waren van bedrijven die mogelijk bij deze oorlog en bij het apartheidsregime betrokken waren. Ze gebruikten hun aandelen als actiemiddel door op aandeelhoudersvergaderingen en daarbuiten bedrijven aan de tand te voelen en aan te zetten tot aanpassing van het bedrijfsbeleid. Om organisaties te helpen met het kritische aandeelhouderschap werden instellingen opgericht die onderzoek deden naar activiteiten van bedrijven. In 1971 ontstond het eerste ethische beleggingsfonds, het American Pax World Fund. In de jaren negentig volgde de echte hausse.
Duurzaam beleggen in Nederland
In Nederland ontstond er ook een andere kijk op ondernemingen en hun rol in de maatschappij. Bij ons begint de historie van duurzame financiële producten niet met beleggen, maar met duurzaam sparen. Voor duurzaam sparen kan men sinds 1960 terecht bij de ASN Bank, en sinds 1980 bij de Triodos Bank. Ook nu nog zijn de ASN Bank en de Triodos Bank de enige volledig ‘ethische’ banken in Nederland. De aandeelhoudersacties uit de Verenigde Staten gingen niet ongemerkt voorbij. Zo werd Shell tijdens aandeelhoudersvergaderingen regelmatig aan de tand gevoeld over haar activiteiten in Zuid-Afrika. Daarnaast stelde een groep kritische leden in 1978 het beleggingsbeleid van hun vakbond NVV (voorloper van de FNV) aan de orde. Het bleek dat twee vakbondsbanken niet bereid waren werknemers te helpen toen die hun in nood verkerende bedrijven wilden overnemen. De discussie die hierop volgde leidde tot een nota over beleggingen in 1980. Respect voor mensen- en vakbondsrechten werd de norm.
In de jaren daarna lieten ook aandeelhouders, die meer duurzaamheid nastreven, zich steeds vaker horen op aandeelhoudersvergaderingen. Bijvoorbeeld in 1991 toen de ABN AMRO kritiek kreeg over het beleid omtrent de schuldenlast in ontwikkelingslanden. Zo ontstond ook in Nederland de vraag naar fondsen die alleen beleggen in bedrijven met oog voor duurzame ontwikkeling. Voor beleggers is het eenvoudiger te beleggen in duurzame fondsen, want dan hoeft de belegger niet zelf op zoek te gaan naar individuele duurzame bedrijven. Om in deze behoefte te voorzien werd in mei 1991 het Andere BeleggingsFonds (ABF) opgericht. In 1993 introduceerde de ASN Bank het ASN Aandelenfonds, in 1997 volgde de Triodos Bank met het Meerwaarde Beleggingsfonds.
In 1995 is de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) opgericht. De VBDO streeft naar het verduurzamen van de kapitaalmarkt. Ze doet dat enerzijds door met haar institutionele leden te overleggen over duurzame financiële producten en diensten en particuliere aandeelhouders bewust te maken van het belang van duurzaamheid. Anderzijds spoort de VBDO een groot aantal beursgenoteerde ondernemingen aan, onder andere op aandeelhoudersvergaderingen, om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Duurzaam sparen en beleggen kwam in Nederland in een stroomversnelling door de introductie in 1995 van de fiscale Groenregeling. Deze regeling geldt voor beleggingen in door de overheid erkende Groenfondsen. Door de introductie van de Groenfondsen raakten de grote financiële instellingen, zoals de ABN AMRO, Rabobank en de ING, betrokken. Vervolgens kwamen deze ook met duurzame beleggingsfondsen op de markt. Sindsdien komen er elk jaar wel nieuwe fondsen bij en groeit het duurzaam beheerd kapitaal spectaculair.
Jaarlijks onderzoekt de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) de samenstelling en grootte van de Nederlandse, particuliere markt voor duurzaam sparen en beleggen. In 2015 is het onderzoek voor het vijftiende jaar op rij gedaan. In 2014 groeide het door Nederlandse particulieren geplaatst vermogen in duurzame spaarproducten en beleggingsfondsen met 17,3% tot een omvang van 29 miljard euro. Deze duurzame spaar- en beleggingsmarkt groeide sneller dan de totale spaar- en beleggingsmarkt (3,3%). Het marktaandeel van duurzaam sparen en beleggen groeide dan ook in 2014 van 5,8% naar 6,6%. Verdere conclusies:
- De totale duurzame beleggingsmarkt is gegroeid met 39,8% naar een omvang van 13 miljard euro en een marktaandeel van 12%. Duurzaam beleggen via fondsen groeide sterk met 24,3% van 4,8 naar 6 miljard euro.
- Groene, fiscaal vrijgestelde spaargelden en beleggingen lieten een krimp zien van 6,9% naar 4,3 miljard euro.
- Duurzaam sparen groeide gestaag door. In 2014 was er 3,7% groei, naar een totale marktgrootte van 16 miljard. Dit is groter dan de groei van 2,1% van de totale Nederlandse particuliere spaarmarkt. Het marktaandeel van duurzaam sparen klom licht van 4,7% naar 4,8% van de totale Nederlandse spaarmarkt, die een omvang heeft van 332,1 miljard euro. Duurzaam sparen zet daarmee een jarenlange trend van een toenemend marktaandeel door. Tussen 2007 en 2014 is het marktaandeel van totaal duurzaam sparen dan ook toegenomen van 2,5% naar 4,8%.
- Opmerkelijk is de stijging van het vermogen in duurzame mandaten bij de banken met een groei van 87,5% naar het totaal van 8,2 miljard euro is duurzaam beleggen een volwassen strategie binnen vermogensbeheer geworden.
- Het belegd vermogen in groenfondsen en -obligaties is gekrompen in 2014 en het gespaard vermogen onder de groenregeling is nagenoeg stabiel gebleven. Het totale vermogen van Nederlandse particulieren in deze fiscaal vrijgestelde producten is gedaald met 6,9% tot 4,3 miljard euro. Aan de interesse van klanten lijkt het niet te liggen. De onzekerheid over het behoud van groenregeling in de jaren 2010 tot 2012 heeft een drukkend effect gehad op het belegd vermogen tot aan 2014.
Historische ontwikkeling duurzaam beleggen (2007-2014) x 1 miljard euro (bron: VBDO)
Impact investing
De term ”Impact investing’ is sterk in opkomst. Impact investing of ‘missie gerelateerd investeren’ is investeren in de opschaling van (nieuwe) activiteiten die sociale en / of milieu-doelen nastreven en ‘winst’ maken. Impact Investing is -omdat zij winst nastreeft- ‘financieel duurzaam’ en kan – op termijn – zichzelf financieren en de schaal van de sociale en of milieu (besparende of beschemende) activiteiten exponentieel laten groeien. Bron:Wikipedia Impact_investing.
Impact investing kan gezien worden als een subdomein binnen het domein van duurzaam beleggen.